Bielerhöhe
Van Bludenz naar Galtür. Ruim 60 km
Ok. Uiteindelijk is het dus toch de Bielerhöhe geworden. Trein en Arlbergtraject werden geskipt vanwege, onder meer, de drukte en de site van het Zeinisjoch gaf aan dat daar een grote berghut zou
staan aan een stuwmeer waar op de foto's ook auto's waren te zien. Dan moesten daar dus ook voor fietsen toegankelijke weggetjes lopen, zo dachten wij. In Partenen zouden we nog een laatste check
doen en mocht de route toch niet ok zijn dan zouden we de Silvretta Hochalpenstrasse nemen, veel zwaarder, hoger maar wel rustiger en mooier dan de Arlbergpas.
Hoewel, rustiger? Net voor ons vertrek uit Bludenz kregen we nog even te horen dat de Tour de Suisse, ofwel de profronde van Zwitserland, precies vandaag ook de Silvretta Hochalpenstrasse zou
nemen. Dat hadden wij weer maar wellicht ook leuk om daar een keer getuige van te zijn. Vanuit Bludenz vertrokken we dus in de richting van het Montafon dal dat uiteindelijk zou eindigen in
Partenen, aan de voet van de beklimming, welke het dan ook zou worden. Na enkele kilometers het dal in te zijn gereden bleek dat we ook door het plaatsje Schruns zouden komen. Een plaats waar
Gerard nog goede herinneringen aan bewaarde vanuit eerdere wintersportvakanties. We besloten om de koffiestop maar wat eerder te doen om Gerard de gelegenheid te geven zijn oude logeeradres te
bezoeken. Hij was daarbij ook benieuwd naar de reactie van de exploitante die vast heel verbaasd zou zijn om hem hier ineens met de fiets te zien. Maar helaas, geen ontmoeting dit keer en het leek
wel of het pension geheel verlaten was. Gelukkig was de koffietent nog steeds op de voor Gerard bekende plek en bleek dat een prima adresje om de koffie, met wat lekkers dit keer omdat schoonzoon
John van Dom Roberto vandaag zijn verjaardag vierde, te nuttigen.
Daarna snel verder naar Partenen alwaar we besloten om eerst de lunch te nemen. Ondertussen probeerde ik de toeristen informatie te vinden om na te gaan of ze me daar iets konden vertellen over de
doorsteek naar het Zeinisjoch. Maar helaas kwam ik een half uur na sluitingstijd, ze sloten vandaag om 12.00 uur, en ze gingen ook niet meer open. Toevallig stond er ook een grote groep wielrenners
op de stoep aan wie ik vroeg of ze een beetje bekend waren in de buurt. Dat bleek het geval en ik stelde hun de vraag of ze de route via het Zeinisjoch ook kenden. Enkelen van hen bevestigden dat.
Op mijn volgende vraag, namelijk of het met mijn fiets met bepakking te doen was om die route te nemen, begonnen diezelfde personen heftig het hoofd te schudden. Zij hadden die route wel eens
gereden met de mountainbike, uiteraard zonder bepakking, en zij vertelden mij dat de route bijzonder steile stukken kende. Vaak tot 16/17% hellingspercentage. Kortom, het werd mij sterk ontraden om
die route te nemen door mensen van wie ik moet aannemen dat ze het konden weten.
Dan zou het dus toch de Silvretta Hochalpenstrasse moeten worden waarbij we waarschijnlijk dus midden in het gewoel van de Tour de Suisse zouden belanden. Een grapjas van het fietsersgroepje gaf
mij nog de suggestie om gewoon net zo lang te wachten tot de bezemwagen langs zou komen en daar dan in te stappen met onze fietsen. Ik heb daar maar verder geen aandacht aan geschonken.
Met deze informatie gewapend voegde ik me bij mijn fietsmaten en vertelde hun dat de doorsteek toch geen reeële optie was. Na de lunch zouden we meteen aan de bak mogen om de beklimming van de
Bielerhöhe te doen via de Silvretta Hochalpenstrasse. In wielerjargon een col van de Buitencategorie. Eerst 7 kilometer 10%, dan 1 kilometer vlak, langs een stuwmeer en tenslotte nog 5 kilometer
een erg onregelmatige klim van maximaal 12%. Er moesten ruim duizend hoogtemeters worden overwonnen terwijl we er vanuit Bludenz tot Partenen ook al ruim vierhonderd hadden gehad. Met volle
bepakking op de fiets wat echt wel iets anders is dan een licht racefietsje.
Nou, we konden onze borst nat maken maar eerst werden we door de politie van de weg gehaald omdat precies op ons starttijdstip de eerste wielrenners langs kwamen, negen minuten later gevolgd door
het peloton. Dat gebeurde bij de tolhuisjes van de Hochalpenstrasse. Tijdens het oponthoud hebben we even gezellig staan kletsen met de dame van het tolhuisje die een Nederlandse bleek te zijn die
al een kleine tien jaar daar woonde en werkte. Ook zij en haar collega's wisten ons nog eens te vertellen dat de doorsteek voor ons soort fietsen niet geschikt was.
Vanaf een uur of twee gingen we er allemaal dus maar eens even goed voor zitten. Het weer was goed te noemen. Beetje bewolkt, niet al te warm en vooral: droog. Gerard en onze nieuwe Wim bleken de
beste klimmers terwijl ik hun op een afstandje volgde met een slakkengangetje tussen de vijf en zeven kilometer per uur. Het ging dit keer niet om snelheid maar om boven komen. Dom Roberto en onze
Wim vormden de achterhoede en beklommen de verschrikkelijke bult in hun eigen tempo.
Het was bijzonder zwaar voor ons allemaal maar om vijf uur waren we allemaal boven op de Bielerhöhe waar de organisatie van de Tour de Suisse de boel aan het opruimen was. Voor Rob en Wim was het
sneu dat het restaurant boven exact om vijf uur onverbiddelijk haar deuren sloot waardoor ze niet even konden bijkomen van hun inspanningen. Nadat we onze helmen hadden opgezet en ons nog hadden
voorzien van wat extra jasjes en handschoenen lieten we ons het dal invallen om een kwartier later in Galtür te arriveren waar we een hotel zouden nemen. Dat lukte ook dit keer weer prima en na de
avondmaaltijd ging iedereen naar bed met een moe maar voldaan gevoel.
Morgen staan er geen zware beklimmingen op het programma en zullen we via Landeck in de richting van Nauders fietsen waar de dag daarop de Reschenpas wacht en de afdaling naar Italië.
Gruss Gott en Bis Morgen