Via-Roma.reismee.nl

Epiloog

Epiloog

Zo, en dan zijn we weer allemaal veilig thuis na een keurige retourrit met de bus van Gerard. Bedankt voor het ter beschikking stellen van je luxe bus Gerard. Fietsen weer op hun plaatsen, tassen leeg en de wasjes aan de lijn. Het resultaat van bijna vier weken onderweg te zijn geweest. We hebben genoten van de prachtige rit naar Rome waarbij we beseffen dat we erg bevoorrecht zijn geweest om dit te mogen doen. Bijna ideale omstandigheden met slechts een beetje nattigheid rond de Bodensee, totaal geen pech of ongevallen en onze benen in voldoende conditie om alle beproevingen te doorstaan. Dan mogen we terug kijken op een geslaagde trip.
Mijn medereizigers wil ik complimenteren dat we deze trip samen hebben kunnen afleggen ondanks onze soms wat verschillende belevingen. Daarin was de tocht anders dan twee jaar geleden naar Santiago de Compostella. Dat was uiteindelijk een hele speciale fietsreis met een ander karakter. Ook conditioneel waren we verschillend maar hebben dat prima weten op te lossen gedurende de rit. Een speciaal compliment wil ik dan toch wel geven aan de 71 jarige Dom Roberto, de oudste van het stel, waarbij D.O.M. bij ons stond voor: De Oude Man. Dat was natuurlijk satirisch bedoeld want als we één opmerking onderweg een rake hebben gevonden dan was dat wel van de jongedame die ons in Speyer op het terras bediende en die zei dat mannen slechts tien jaar oud werden en daarna alleen nog maar groeiden. Dus Joep, nog even en je bent net zo oud als je opa.
Voor zover ik het goed heb bijgehouden zat Luchien er het dichtste bij met De Oudste Man maar we kunnen natuurlijk alleen de letterlijk goede oplossing goedkeuren. Overigens hebben we heel wat interessante andere invullingen langs zien komen die we zeker zullen onthouden voor een andere gelegenheid.
Inmiddels kan ik jullie melden dat mijn zoon Jeroen vandaag met succes zijn accountantsstudie heeft afgerond en dat ik als trotse vader heel gelukkig ben dat ik daar getuige van mocht zijn.
Van Gert Jan, die de bus van Gerard naar Rome heeft gereden en die daar met Ellen noch een tijdje verblijft kreeg ik vandaag nog het bericht dat hij in het warme Rome samen met duizenden andere mensen op het St. Pietersplein heeft gestaan en daar een andere Nederlander tegen het lijf liep. En, u raad het nooit, toen ze met elkaar kennis maakten bleek dat die ander onze Wim uit Denekamp te zijn. Ik heb hem maar gemeld dat toeval niet bestaat.
Wat mij betreft wil ik het hierbij laten maar niet nadat ik de trouwe lezers van deze blog heb bedankt voor de aandacht en de vele complimentjes die ik heb mogen ontvangen.
Arriverderci, Ciao

Prosecco op het St. Pietersplein

Prosecco op het St. Pietersplein

Van Civita Castellana naar Rome 65 km
Excuses voor deze late blog maar de vorige dagen was het er nog niet van gekomen om een rustig moment te vinden voor het beschrijven van onze laatste etappe. Dat zal verderop in dit verhaal wellicht duidelijk worden.
Maar deze laatste etappe mag natuurlijk niet ontbreken aan het verhaal van onze reis.
Op dinsdagmorgen vertrokken we na het, onverwacht, goede ontbijt vanuit ons viersterren hotel in Civita Castellana. Ook deze plaats was hoog op de rotsen gebouwd en omringd met loodrechte afgronden tot enkele honderden meters diep. Indrukwekkend. Onze fietstocht begon dus juist tegenovergesteld dan onze aankomst de dag ervoor. Naar beneden dus met een behoorlijke gang. Tijdens de afdaling besef je dan wel weer waar het op uit gaat draaien. Juist. Weer naar boven. En zo verliep eigenlijk de gehele eerste helft van onze laatste etappe. Tot de koffie hadden we er al bijna 600 hoogtemeters opzitten. Het venijn van deze etappe zat nu een keer in het begin. Ook was het al snel erg warm en scheen de zon onbarmhartig op onze lijven. Na ruim dertig kilometer waren er alweer de nodige liters water doorheen gegaan. Toen het zwaarste gedeelte er in Sacrofano bijna opzat hadden we nog een klein "oeps" momentje. Ik had de mannen in Sacrofano juist aangegeven dat er nog één beklimming te gaan was, namelijk in de afdaling die na Sacrofano zou beginnen. Helaas had ik niet verteld dat in de afdaling nog een afslag zat, naar Prima Porta, een voorstad van Rome. En die moesten we toch echt wel hebben. Om de een of andere reden reed ik dit keer iets later naar beneden en toen ik langs de afslag kwam besefte ik dat de mannen die wel eens gemist konden hebben. De verkeerde kant liep keurig door in een mooie afdaling terwijl de goede richting de beklimming betrof. Dan zijn keuzes snel gemaakt. Ook mijn keuze overigens om Gerard te bellen die, hij had al een beetje lont geroken, de andere twee snel tot stilstand maande. In het besef dat ik geen vrienden aan het maken was vertelde ik Gerard dat het toch echt de bedoeling was dat ze weer naar boven zouden moeten fietsen en daarna nog verder naar boven voor de allerlaatste klim van de dag en dus ook van de hele reis. Dat laatste moet ze hebben overtuigd want na enkele minuten kwamen ze met verhitte hoofden boven. Gezamenlijk hebben we daarna ons laatste klimmetje genomen.
In Borgo Pineto hebben we nog voor de laatste keer water bijgevuld en daarna restte ons niets anders dan tien kilometer lang af te dalen naar de grote en drukke voorstad van Rome, Prima Porta.
De truc was om daar heel strak het lijntje te volgen van mijn fietscomputer dat ons door tunneltjes, over en onder andere wegen en over en langs het spoor en andere obstakels moest leiden zonder dat we ondertussen door het drukke verkeer zouden worden gemangeld. Misschien wel de moeilijkste opgave van de hele reis. De bedoeling was namelijk dat we na al dat gekronkel zouden uitkomen op een fietspad langs de rivier de Tiber. En ja hoor, plotseling zag ik een openingetje in de afrastering waar we met z'n vieren doorheen glipten waarna we, na nog een paar keer links en rechts te zijn gereden, keurig netjes uitkwamen op het prima fietspad langs de Tiber.
Dat moesten we nog ongeveer twaalf kilometer volgen alvorens we in het drukke verkeersgewoel van Rome zouden uitkomen. Dat was af en toe overigens nog wel een opgave want het fietspad was weliswaar keurig aangelegd maar daarna was het onderhoud, in ieder geval van het omringende groen, opgehouden. Van het oorspronkelijk zeker vier meter brede fietspad was over grote gedeelten nog maar een te berijden strookje van amper één meter over. En, wat erger was, het groen bestond voornamelijk uit riet waar je je lelijk aan kon snijden als je daar met een gangetje van dertig per uur langs reed. Bovendien zoog het riet veel water op wat in de felle zon ook weer aan het verdampen was waardoor er een soort tropisch regenwoud klimaat was ontstaan. Gerard las op z'n temperatuurmeter op enig moment 47 graden Celsius!
Snel doorrijden dus totdat we aan het einde van het fietspad de grootste verrassing van de dag zagen. Op het fietspad stonden twee mannen met elkaar te praten. De ene was een Italiaanse racefietser en de ander was onze Wim uit Denekamp. Die hadden we in de Alpen, vlak voor Nauders voor het laatst gezien. Wat een toeval!
We vonden het allemaal wel heel bijzonder dat je elkaar dan uitgerekend op vier kilometer voor de eindstreep weer tegen komt. Gezellig bijpratend met elkaar besloten we om het laatste stukje naar het St. Pietersplein gezamenlijk te doen.
De eerste paar kilometer ging dat prima maar daarna moet je als fietser gewoon eigenwijs zijn en tegen eenrichtingverkeer en over bus- en trambanen recht op je doel afgaan. Geen politieagent die daar wat van zegt trouwens. En die lopen er genoeg.
Wel heel mooi om dan uiteindelijk om ongeveer 13.30 uur, na ruim 2.200 km en25 fietsdagen het St.Pietersplein op te draaien en daar tussen de mensenmassa's je fiets te parkeren voor de fotoshoots. Wim uit Denekamp trof zijn zus op de afgesproken plek bij de grote obelisk en we hebben het een tijdje gezellig gehad daar. Nadat we wederom van Wim uit Denekamp afscheid hadden genomen, zijn we op een terras gaan zitten vlak bij het vaticaanmuseum. We hadden uiteindelijk toch iets te vieren en we moesten ook nog wat eten. Met een mooie fles prosecco hebben we het succes van onze tocht gevierd waarbij toch het vermelden waard is dat die tocht zonder materiaalpech en zonder persoonlijke ongevallen is verlopen. Dat mag je wel bijzonder noemen en daar zijn we ook wel dankbaar voor.
De oorspronkelijke planning was dat we de aankomstdag en de dag erna zouden besteden om wat in Rome rond te snuffelen. Dat we dit niet gedaan hebben ligt aan mij en aan de anderen die mij de gelegenheid hebben gegund. Wat is namelijk het geval? Onze zoon Jeroen zou op 2 juli afstuderen als Registeraccountant. Ik weet als geen ander wat dat betekent en ik had hem voor ons vertrek gezegd dat het mij enorm speet maar dat ik die datum niet zou kunnen halen vanwege onze fietstocht. Dat leek mij toen althans geen reeële planning. Maar nu stonden we ineens op 30 juni al in Rome en zou ik wellicht toch nog op tijd thuis kunnen zijn. In eerste instantie was ik van plan geweest om het vliegtuig te pakken maar mijn fietsmaten hebben mij kunnen overtuigen van het "samen uit, samen thuis" principe. Dat vind ik zelf natuurlijk ook maar ik wilde ze er niet mee belasten. En dus besloten we om ons retourescorte te mobiliseren en 's avonds terug te rijden tot ongeveer Verona en de volgende dag naar huis zodat ik op tijd terug zou zijn voor de, voor mij, belangrijke familiegebeurtenis.
En zo geschiede. Na enig zoekwerk vonden we Gert-Jan en Ellen die onze retour bus naar Rome hadden gereden. In hun hotel konden we ons nog douchen en na het inladen van de fietsen en de bagage hebben we afscheid genomen en zijn naar huis gereden.
Arriverderci Roma

Meerdere wegen naar Rome

Meerdere wegen naar Rome

Van Bastardo naar Civita Castellana 90 km
En ja hoor. Ik had het kunnen weten. Slapen boven een bar gaat bij mij altijd gepaard met bijzondere ervaringen. En Gerard kan daar nu ook over meepraten. Toen we gisteravond onze laatste glaasje limoncello hadden genuttigd en een deurtje terug liepen om onze kamer op te zoeken, zat het hotel op slot. En wel hermetisch. Aanbellen en op ruitjes tikken bleek niet te helpen. Dan toch maar proberen Wim te bellen die al enige tijd op bed lag. En, zoals ik eigenlijk al wel verwachte, kreeg ik zijn voicemail. Als die man eenmaal slaapt, en dat doe hij al bij het ruiken van z'n kussen, dan moet er veel gebeuren om hem wakker te krijgen. Dom Roberto, die ook al een tijdje op één oor lag hebben we niet eens geprobeerd. Maar gelukkig, na enige tijd en na meerdere pogingen om geluid uit diverse belletjes te krijgen ging er dan toch licht branden en deed een man de deur open. Saved by the bell zullen we maar zeggen.
Na ruw te zijn gewekt uit onze slaap, echt letterlijk om zeven uur werden door de plantsoenwerkers de motoren gestart om pal onder ons raam de heg te gaan snoeien, en na het nuttigen van een zeer sober ontbijt, vertrokken we voor een etappe die ons nog één stop voor Rome zou moeten brengen.
Het nadeel van de overnachting in Bastardo ervoeren we direct de eerste kilometers. De plaats was namelijk direct gelegen aan de beklimming van een aantal opeenvolgende heuvels. En met de spieren nog koud vraagt dat wat extra aandacht. Rustig beginnen is dan het motto en zodra de spieren wat meer op werktemperatuur zijn gekomen kan het gas er wat meer op. De hellinkjes waren niet al te stijl waardoor we in de gelegenheid waren om met volle teugen van het prachtige landschap te genieten. Na eerst een kilometer of tien te hebben geklommen volgde een mooie afdaling van ruim elf kilometer via Massa Martana. Daarna weer een zuigend stuk vals plat met veel slecht asfalt van elf kilometer zodat we in de plaats San Gémini wel toe waren aan de koffie en het aanvullen van de vochtbalans. Ook vandaag was het halverwege de ochtend al weer behoorlijk warm en tijdens de beklimmingen liep het zweet met straaltjes uit de poriën. Op de berichtgeving van Nu.nl zie ik dat er in Nederland een hittealarm wordt afgegeven de komende dagen waarbij de activiteiten die wij nu ondernemen ten strengste verboden zijn. In Italië doen ze daar niet aan is mijn indruk.
Na de koffie wederom een schitterende afdaling waarna we ons konden gaan opmaken voor het serieuze klimwerk. Dat moest gebeuren bij de plaats Narni die, zoals eigenlijk alle plaatsen in dit gebied, uit strategische overwegingen boven op de heuvels en rotsen is gebouwd. Na Narni volgde een kleine afdaling die werd gevolgd door het zwaarste beklimminkje voor de lunch. Op de top van die laatste beklimming troffen we een prima restaurantje waar we een hapje konden eten en aan de hand van het routeboekje hebben bepaald waar we onze overnachting zouden plannen. Hotelfaciliteiten zijn hier redelijk schaars dus was het nog wel even puzzelen, maar enkele honderden meters na de hervatting van onze reis bleek ineens al het gepuzzel nodeloos te zijn geweest. Mijn routeboekje gaf op een splitsing namelijk aan dat we richting Calvi zouden moeten terwijl de blauwe streep op mijn fietscomputer de andere kant aangaf. Toevallig stond er op de splitsing ook nog een bord met Rome erop wat ook nog eens de plaats was waar we uiteindelijk naar toe moesten. Zouden er dan toch meerdere wegen zijn die naar Rome leiden?
Bestudering van de kaart leerde ons dat de nieuwe route een stukje zou afsnijden en bovendien wat minder klimwerk voor ons in petto zou hebben. Daar hadden we eigenlijk wel oren naar en we besloten om te kiezen voor de nieuwe route. Die leidde ons vervolgens over een heuvelkam met links en rechts fantastische vergezichten. Uiteindelijk voerde de weg ons via de plaats Otricoli rechtstreeks naar het dal van de Tiber. Dat was toch een aangenamere variant. Eenmaal over de Tiber waren we natuurlijk toch weer aan de beurt om het dal uit klimmen want de route zou uiteindelijk weer aansluiten op de Toscane variant die we na Florence hadden verlaten.
We overnachten nu in het plaatsje Civita Castellana wat op ongeveer 70 kilometer van Rome is gelegen. Daar hopen we morgen ergens begin van de middag op het St. Pietersplein te staan. Het vinden van ons huidige hotel had nog wel iets komisch. Toen Wim wat navraag deed bij de lokale bevolking ergens op een plein, kreeg hij te horen dat er eigenlijk geen geschikt hotel was voor ons in dit stadje. Ja, er was wel een hotel maar dat had vier sterren en was veel te duur voor ons, zo vond men. Ze weigerden zelfs om ons het adres te geven. Nou ja! Gelukkig had ik het hotel in mijn boekje zien staan en snel hadden we dan ook het adres ingetikt in de fietscomputer van Gerard. Binnen vijf minuten stonden we op de mooie binnenplaats van het hotel en had Wim twee kamers geregeld. Voor een best schappelijke prijs, gelet op de status van het hotel. Wat onze sjofele uitstraling al teweeg kan brengen.
Vervolgens hebben we in de lokale trattoria/pizzeria onze avondmaaltijd genuttigd en zijn we klaar om te gaan slapen in ons viersterren hotel.
Morgenvroeg gaan we op weg om Rome te halen en onze reis te voltooien.
Fino a domani

Lunch in Assisi

Lunch in Assisi

Van Umbértide naar Bastardo 90 km
Toch wel een verrassend ontbijt in ons Oostblok hotel. Net iets meer dan de gebruikelijke Italiaanse soberheid. Maar ach, eigenlijk mogen we absoluut niet klagen want de bedden en het sanitair waren gewoon goed, de fietsen stonden keurig achter slot en grendel en we zaten nagenoeg aan de route. Die lag echter net aan de andere kant van het spoorlijntje en fietsend in de juiste richting hoopten we dat er verderop wel weer een keer een mogelijkheid zou komen om op het blauwe lijntje uit te komen van mijn fietscomputer. Overigens, toen ik Gerard in de loop van de dag een keer mee liet kijken kwam ik erachter dat er helemaal geen sprake is van een blauwe lijn. Die blijkt paars te zijn. Tja, dat heb je met die kleurenblindheid.
En inderdaad, enkele kilometers na ons vertrek konden we keurig onder het spoortje door en zaten we weer netjes op de route die enigszins glooiend langs een heuvelruggetje liep. Dan weer in de zon, die op dit tijdstip van de dag nog zeer aangenaam aanvoelt, dan weer in de schaduw van het gebladerte van de bomen, wat op dat tijdstip eigenlijk ook al heel aangenaam is. Een heel klein hellinkje van ruim 12% verraste ons nog een beetje maar daarmee had je het ook wel gehad.
Op enig moment naderden we zo voort pedalerend de regio van de stad Perúgia waarvan de schrijver van het routeboekje had besloten dat we daar met een grote boog omheen moesten fietsen. Dat betekende in deze streek dat we de fietsroute met matige asfalt kwaliteit gingen inruilen naar een route met slechte tot zeer slechte asfaltkwaliteit. De truc is dan een beetje om zoveel mogelijk rechts aan te houden, het liefst op het witte streepje, mits zichtbaar, maar mogelijk nog verder naar rechts. Tussen de denkbeeldige middenstreep en het rechtse streepje is de weg vaak een soort oorlogsgebied. En verder naar links of rond het midden is ook een soort oorlogsgebied omdat je daar bijna wordt platgereden door de Italiaanse automobilisten die het vaak niet zo serieus nemen met argeloze Nederlandse fietsers.
Ondertussen hadden we nog steeds niet besloten of we Assisi zouden aandoen. De route leidde ons er weliswaar vlak langs maar om in het stadje te komen moesten er nog wel een kleine tweehonderd hoogtemeters worden gemaakt en dit keer niet omdat het moest maar geheel vrijwillig.
Eerst maar eens aan de koffie in Petrignano maar niet nadat we een komisch Robbiemomentje beleefden. Over het slechte asfalt hobbelend, over een vervelend stuk asfalt waarbij je constant je blik op de paar meter voor je hebt gericht had ik niet in de gaten wat er achter me gebeurde. Ik wist dat Gerard en Wim vlak achter mij reden terwijl Dom Roberto daar een eind achter zat. Plotseling passeerde mij een wielrenner via het betere stuk asfalt in het midden van de weg en ja hoor, wie zat daar strak in het wiel van die wielrenner? U raad het natuurlijk al. Inderdaad, onze Dom. Dat verwacht je niet en die wielrenner ook niet want die keek op enig moment nog een keer om met een blik van: wat doet die kerel nog steeds in mijn wiel? Wel gelachen.
In Petrignano maar eens op het schaduwrijke terras genoten van een typisch Italiaans zondagmorgen tafereel met veel lokale mensen in de kroeg terwijl de kerkklokken er lustig op los rammelden. Erg leuk om te zien hoe de mensen hier met elkaar omgaan waarbij iedereen elkaar hartelijk begroet, een kopje koffie nuttigt en zijn of haar krantje leest. Alles op luide tot zeer luide toon uiteraard.
Tien kilometer verder dan toch het moment waarop er keuzes moesten worden gemaakt. We stonden onder bij een rotonde terwijl ver boven ons de zeer indrukwekkende plaats Assisi torende. Gerard en Rob hadden er niet zoveel mee terwijl Wim en ik er eigenlijk wel naartoe wilden fietsen. De aansluiting naar de hoofdroute lag een stukje verder en we besloten daarheen te fietsen terwijl we al een beetje van de toegangsweg naar Assisi kregen te verwerken. Die bleek eigenlijk wel mee te vallen waardoor we de knoop doorhakten en toch maar besloten om Assisi in te gaan. Het was nog wel een stevig klimmetje maar ach, we hadden wel erger gehad.
Uiteindelijk werd het een mooi bezoek aan een prachtige historische plek waar we hebben genoten van een deel van de stad en na enkele omzwervingen uitkwamen bij de kerk van St. Franciscus. Indrukwekkend, en een fenomenaal uitzicht over de zonovergoten vallei. Vlak bij de kerk vonden we een heerlijk restaurant met hetzelfde uitzicht en een goede keuken. Dan is het steeds weer lastig om in beweging te komen maar ja, de fietsplicht riep en door het labyrint aan weggetjes en steegjes vonden we onze weg naar de uitgang van het prachtige stadje.
Na een lekkere afdaling vonden we via Spello de weg naar het plaatsje Bevagna waar ik nog goede vakantie herinneringen had liggen. En inderdaad, ik vond het klooster waar ik met mijn echtgenote jaren geleden heb geslapen en inderdaad, het plaatsje was nog steeds zeer bekoorlijk. Waar we niet op hadden gerekend is dat er een of ander festival gaande was waarbij de hele bevolking zich in middeleeuwse kledij had gehuld en er allerlei processies door de straten gingen, compleet met toeters en bazuinen. Grappig wel totdat we de fout maakten door met onze volgepakte fietsen midden tussen het feestgedruis te geraken. We frommelden ons langs toeristen, lokale, in middeleeuwse kledij gehulde, bevolking en vele kraampjes waar middeleeuwse dingetjes werden gedaan. Wel leuk maar niet handig.
Na enige boze blikken te hebben geïncasseerd leek het ons beter om nog enkele kilometers te maken. Een overnachtingsplek zouden we hier waarschijnlijk niet vinden en daar was het ook nog een beetje te vroeg voor. Na enig zoekwerk vonden we de uitgang van het stadje en, zoals ik de heren al had aangegeven, direct liep de weg weer omhoog. Er moest geklommen worden. Althans, tot het moment dat we van de weg werden gedrukt door motoragenten die de komst van een wielerpeloton aankondigden.
Die hebben we maar even voor laten gaan. Met een rotvaart kwamen de rennertjes langs terwijl Dom Roberto enthousiast zijn toetertje liet klinken.
Nadat wij de klim hadden voltooid werd het tijd om onderdak te zoeken. De teller stond al op ruim 80 km wat, rekening houdend met ons uitstapje naar Assisi van enkele uren, een mooie prestatie was.
In het plaatsje Bastardo vonden we een hotelletje boven de plaatselijke bar. Hoewel ikzelf slechte ervaringen heb met dergelijke etablissementen moet ik mijn mening inmiddels herzien. Keurige kamer en prima douche met naast het hotel een restaurantje waar ze een fantastische antipasta serveerden. De verdere gerechten hebben we wijselijk maar gelaten voor wat ze waren. Met wat limoncello's gaan we de mooie dag afsluiten op het terras van het restaurantje terwijl de temperatuur op deze geweldige zomerdag nog heerlijk is. Morgen gaan we onze reis richting Rome vervolgen. Zoals de planning nu is verwachten we in de loop van dinsdag aan te komen in Rome.
Ons retour escorte heeft zich al gemeld en morgen zullen we daarover concrete afspraken maken.
Fino a domani.

Eerste kennismaking met de Tiber

Eerste kennismaking met de Tiber

Van Castillion Fibbochi naar Umbértide 85 km
Met een gevoel van kleine teleurstelling verlieten we vanochtend ons landgoed in Castillion Fibbochi. Hier hadden we rustig een dagje kunnen vertoeven. Prachtige omgeving en wat een rust. Bovendien krijg je na drie weken wel een keer het gevoel om eens een dagje niets te doen. Het lijf staat nog niet echt in de proteststand maar als we een rustiger stukje in het traject kunnen nemen dan kiezen we daar inmiddels wel eens voor. Maar uiteindelijk moesten we ook wel verder omdat het landgoed kennelijk in de wijde omgeving bekend staat als een mooie trouwlocatie en daar ook voor wordt gebruikt. Zo ook op deze zaterdag en dus hebben we onze tassen weer op de fiets geladen en zijn in de richting van Arezzo vertrokken.
Na enkele kilometers kwamen we aan bij het plaatsje Ponte Buriano. Daar was dus zo'n keuzemogelijkheid. De wat lichtere variant was tien kilometer korter en bevatte tweehonderd minder hoogtemeters. Aangezien ook vandaag weer een warme/hete dag beloofde te worden ging ook de temperatuur een beetje zijn tol eisen. Tijdens de redelijk steile hellingen, tot 10% en met uitschieters naar 15% loopt in de warmte het vocht sneller je lijf uit dan dat je het kunt aanvullen. De lichtere variant dan dus maar een keer en toch hebben we vandaag weer bijna zevenhonderd hoogtemeters gemaakt. De route bracht ons via Ponte alla Chiassa naar een colletje op 575 meter hoogte.
Daar is het dan toch weer iets koeler en bij een knus restaurantje hebben we buiten heerlijk van de koffie genoten en liters water gedronken. De afdaling naar Anghari van bijna tien kilometer was er een om in te lijsten maar vlak voor de plaats dan toch weer een pittige klim. Gelukkig de laatste van vandaag want na Anghari, waar we een schitterend uitzicht hadden op het plaatsje zelf en een zeer wijds uitzicht op de vallei van de Tiber, ging het vlot naar beneden. Bij de plaats Selci Lama staken we voor de eerste keer de rivier de Tiber over. Op zo'n moment realiseer je je wel dat je Rome aan het naderen bent en dat het wel grappig is om die rivier, die hier nog een bescheiden stroompje is, later in Rome terug te zien.
Na Selci Lama ging de rit door velden met zonnebloemen, die ze hier girasole noemen. Regelmatig voel je onder het rijden een zucht met warme lucht langs je glijden ten teken dat het warmste deel van de dag begint te naderen. Dit maal hadden we geluk en doemde rond een uur of één de plaats Città di Castello voor ons op.
We hebben natuurlijk niet veel te eisen maar als je de hele dag zo in de zon fietst dan eisen we een beetje dat het terras voor de lunch in de schaduw ligt. En dan niet zo'n laffe schaduw onder een te lichte parasol waaronder het nog te warm is. Nee, we zoeken dan net zo lang totdat we zogenaamde echte schaduw aantreffen. Liefst een wat voller terras waar druk gegeten wordt ten teken dat het daar wel ok is. En die vonden we dit keer uiteraard ook weer.
Tijdens de lunch beraadslagen we dan ook even over het middagprogramma nadat ik een blik heb geworpen in het routeboekje. Dat gaf dit keer aan dat er over ruim twintig kilometer een overnachtingsplek zou zijn en vervolgens tot vlak voor Assisi, bijna veertig kilometer verder, eigenlijk niet echt meer direct langs de route. We hadden inmiddels al bijna zestig kilometer op de teller staan en dus was de ruim tachtig die we dan zouden scoren ook wel mooi genoeg. De plaats Umbértine zou het dan gaan worden. En die werd het dan ook. We arriveerden daar rond een uur of half vijf en direct werden onze dorstige blikken getrokken door een schaduwrijk terras met echte schaduw uiteraard. En als we de benen niet meer hoeven aan te spreken mag er ook wat bier in. Heerlijk zo'n eerste biertje na een dag fietsen. Van de bardame hadden we ook al twee namen van hotels gekregen dus dat zou ook wel weer goed komen zo dachten we. Na de biertjes eerst maar eens naar het hotel in de oude stadskern. Die zijn toch vaak het leukst. Maar dat veel dit keer tegen. Vol. De Italiaanse afdeling van de Vespa Scooter Club had bezit genomen van het gehele hotel. Vals. Bovendien merkwaardig want ik heb veel met scooters gezien dan dat er kamers in het hotel waren. Dan maar naar de tweede optie. Buiten het dorp, langs het spoor, langs de weg en tussen pompstations en wat industrie weggedrukt met een uitstraling van een architect die vroeger in het Oostblok furore moet hebben gemaakt. Onze harten gingen er niet sneller van kloppen maar eenmaal binnen viel het eigenlijk nog wel mee. De uitstraling werd niet beter, het restaurant en de bar waren en bleven dicht maar de kamer en het sanitair waren prima. Dan nog maar even terug naar het dorp om te eten op onze fietsen die al keurig in de ondergrondse garage stonden. Ja, ook dat laatste was goed geregeld.
Op het gezellige dorpsplein hebben we ons eerst maar weer eens op een terras genesteld. We zaten tegenover het stadhuis en we konden onze ogen uitkijken naar alle mooi uitgedoste mensen vanwege een bruiloft die daar plaats vond. Dan toch weer een Robbiemomentje. Op enig moment zat hij niet meer aan ons tafeltje. Naar het toilet denken we dan in koor maar nee, wat was hij nu aan het doen? Met z'n iPhone in de camerastand had hij zich in z'n korte broek begeven in het bruiloftsgezelschap en was daar naar hartelust aan het fotograferen alsof hij de vader van de bruid was. We vreesden nog even voor het feit dat hij wellicht nog een selfie ging maken met het bruidspaar als achtergrond. Maar zover is net niet gekomen. Er zitten nog wel rijstkorrels in z'n baard geloof ik.
Op het plein hebben we bij een restaurantje nog een eenvoudige maaltijd genoten en zijn daarna terug gefietst naar ons Oostblok stulpje.
Daar zit ik dan nog in de lobby, met een gezelligheidsfactor van de gemiddelde ijssalon, mijn dagelijkse blogje te schrijven in het besef dat we ongeveer 250 km voor Rome zitten en nog 2.300 hoogtemeters verwijderd zijn van het Vaticaan. Als alles goed gaat denken we daar dinsdag eind van de dag of woensdagmorgen aan te komen. Maar dat leest u de komende dagen.
Fino a domani

Een vrijdagochtend in Florence

Een vrijdagochtend in Florence

Van Fiésole naar Castilion Fibbochi 85 km
Dat we al voor het ontbijt een Robbiemomentje mochten beleven was wel uniek. We hadden namelijk besloten dat we het ontbijt in Florence zouden nuttigen. De vorige avond hadden Wim en onze Dom het ontbijt gecanceld maar wat doet Dom Roberto? Zoals u weet is hij onze penningmeester en rekent dus altijd af bij het hotel en overigens ook bij alle andere gelegenheden waar iets af te rekenen valt. Bij het verlaten van het hotel vanochtend vertelt hij dan doodleuk dat hij het hotel heeft betaald tegen de prijs die we gisteren hadden afgesproken. Ja, Dom Roberto! (sorry Joep) Dat was dus de prijs inclusief ontbijt! Het ontbijt dat je zelf gisteren hebt afgezegd! Nou ja, gelukkig stelt het ontbijt in Italië niet veel voor dus de schade zal wel meevallen.
Nadat we onze fietsen uit de ondergrondse parkeergarage van het hotel hadden gemanoeuvreerd, volgde een fantastische afdaling naar Florence. Zodra de weg het stadje had verlaten volgden panoramische uitzichten over Florence terwijl we onze benen gewoon stil konden houden. Een heerlijke temperatuur en een wederom staalblauwe hemel maakten het plaatje compleet. Dat was best wel een lekker begin van de dag. Na ruim vijf kilometer was het echter gedaan met de pret en belandden we in het drukke verkeer van Florence. Gelukkig had ik het blauwe lijntje op mijn stuurcomputer en die loodste ons prima door de stad. De route kwam uiteindelijk uit bij de rivier de Arno en die volgden we vervolgens in de richting waar ik dacht dat de Duomo zich zou bevinden. Die bezienswaardigheid moesten we toch even meepakken.
Eenmaal daar aangekomen beleefden we toch een afknapper. Het plein voor de Duomo hadden ze volledig omgebouwd tot een beachvolleybal arena. De tribunes en al het steigermateriaal ontnamen helaas volledig het zicht op de Duomo. Jammer maar helaas.
Toen maar even doorfietsen in de richting van het Palazzo Vecchio. Onderweg kwamen we een prettig terrasje tegen waar we hebben genoten van de koffie en de croissants.
We hebben het maar ons ontbijt genoemd maar veel stelde het niet voor. Daarna door naar het Palazzo voor wat fotomomentjes. Echt leuk wordt dat natuurlijk nooit omdat het daar vergeven is van de buitenlandse toeristen. Maar, toch wel imposant om al die beelden weer eens live te zien. Ook al staan er dan enkele replica's tussen. Die Michelangelo is vroeger toch wel een ijverig baasje geweest. Of zijn leerlingen.
Ik kijk nog wel uit naar het beeld van Mozes met de stenen tafelen dat in Rome staat. Dat heeft erg veel indruk gemaakt en die wil ik zeker nog een keer zien als we eenmaal daar zijn. Maar daarvoor moeten we toch eerst nog wat kilometers en hoogtemeters maken. En na Florence konden we daar direct mee beginnen. Na eerst nog de Ponte Vecchio op de foto te hebben gezet maakten we ons op om Florence weer te verlaten. Tijdens onze uittocht ergerde ik me wel aan de kwaliteit van het wegdek. Dit moet je als stad toch niet willen. Op de fiets stuiterden we van links naar rechts en het was lastig om door het drukke verkeer en alle éénrichting situaties de uitgang te vinden. Bijzondere stad maar het werd tijd voor wat anders. Eerst in een buitenwijk maar eens wat proviand en water ingeslagen. De temperatuur liep inmiddels al weer door de dertig graden en direct na Florence moest er weer stevig geklommen worden. Gelet op de ervaringen van de laatste dagen liep het water er dan bijna sneller uit dan dat je kon drinken. Via Grássina verlieten we Florence in de richting van Arezzo en dus niet naar Siena zoals we gisteren hadden besloten. Deze variant was lichter maar omdat Florence in het dal ligt maakt het niet uit in welke richting je vertrekt. Je zult altijd eerst moeten klimmen om weer op hoogte te komen. En dat hebben we dus geweten. Op het heetst van de dag doen wij dan 'gewoon' de steilste klimmetjes. Die zijn ook hier kilometers lang en lopen op tot boven de 10%. Stug doortrappen dus met de brandende zon op je rug en veel water erin en ook weer eruit.
Rond lunchtijd kwamen we na een mooie afdaling aan in Figline Valdarno, een plaats die ik nog wel kende vanuit een ver vakantieverleden. Op het lokale pleintje vonden we de plaatselijke pizzeria die ons heeft voorzien van de nodige brandstof, en heel veel water. Nadeel was dat het plaatsje in het dal was gelegen, zoals de naam al deed vermoeden, en dat er daarna dus onvermijdelijk weer geklommen moest worden. Gelukkig was de overkant van het dal niet meer zo hoog en na wat inspanning zaten we op een weg die langs de helling van de heuvel liep. Het routeboekje gaf aan dat deze weg in een ver verleden nog is aangelegd door de Etrusken. Dat hebben ze dan wel netjes gedaan hoewel ik het vermoeden heb dat het keurige asfaltlaagje later is aangebracht.
Deze weg bracht ons via plaatsjes als Castelfranco di Sopra en Loro Ciufenna in de richting van Arezzo. Inmiddels werd het wel weer tijd om onze volgende overnachtingsplek te gaan zoeken. Het routeboekje gaf daarvoor genoeg opties maar het wilde niet echt lukken. Bij een supermarkt besloten we maar eens te gaan vragen of zij iets wisten. De hotels die ik in mijn boekje had staan bleken allemaal gesloten en/of failliet en de dame van de supermarkt gaf ons een alternatief wat echter in het dal was gelegen. Dat leek nu wel interessant maarmorgenochtendzouden we daar minder blij mee zijn. Ik wees haar nog op een andere mogelijkheid, iets verder langs de route, maar die vond zij te duur. Aangezien duur een relatief begrip is vroeg ik haar of ze toch even kon bellen met het adres en dat wilde ze graag doen. Er bleken nog twee kamers beschikbaar te zijn tegen een prijs die weliswaar iets hoger lag dan we gewend waren maar nog prima paste. Nog een kilometer of acht doorrijden voordat we aankwamen op een waar landgoed waar eigenlijk alle kamers nog beschikbaar waren. Naar mijn gevoel had het telefoontje vanuit de supermarkt naar het hotel in Castigion Fibocchi ervoor gezorgd dat plotseling het hotel tot leven moest worden gebracht. Er kwamen klanten!! Keukenpersoneel werd ingevlogen, het gras werd gemaaid en de druk werd weer op het water gezet. Hoe dan ook, een prima onderkomen en misschien wel het mooiste wat we tot nu toe hebben gehad. Volop cipressen en een prachtig uitzicht in een typisch Toscaanse omgeving in de Chianti streek. Het wijntje bij de uitstekende avondmaaltijd was dan ook een prachtige Chianti van de buren.
Tijd om het bed op te zoeken want morgen stijgt de temperatuur weer in gelijke tred met het landschap en gaan we proberen via Arezzo en Città di Castello in de richting van Assisi te komen.
Fino a domani

Andere splitsingen

Andere splitsingen

Van Loiano naar Fiesole, bij Florence, 75 km
Vandaag zou het de dag worden van de gemiste splitsingen, de bijna gemiste splitsingen en de splitsing van de route. Maar daarover later. Toen we vanochtend de luiken openden van onze hotelkamer keken we in een staalblauwe hemel. De zon stond al lekker te branden en het beloofde een warme dag te worden. Het Italiaanse ontbijt in deze contreien is zeer sober en dus stonden we allemaal vrij snel klaar om de etappe van vandaag te beginnen. Die begon vrijwel direct met een klimpartij van enkele kilometers waarbij ik meteen enkele boze blikken en lichte verwensingen naar mijn hoofd kreeg van enkele van mijn fietsmaten. Alsof ik daar iets aan kan doen. Maar, zoals na iedere klim komt ook weer de afdaling. En die ging met 13% rap naar beneden. Helaas ligt er in dit gedeelte van Italië geen meter meer recht en dus ging het de hele dag zo door. Uiteindelijk hebben we zo ruim 1.100 hoogtemeters gemaakt en dat is meer dan de beklimming van de Silvretta.
Maar goed, onderweg heb je dan af en toe ook fantastische afdalingen om van de geweldige vergezichten maar te zwijgen. Het landschap waar we door fietsen is hier bijzonder fraai. Nadat we de Passo di Raticosa (koffiestop) en de Passo della Futa (verder niets maar wel een mooie naam) hadden gepasseerd kwam er na Santa Lucia een acht kilometer lange afdaling. Gerard was al even voor mij uit en wat ik al vreesde was gebeurd. Hij was snoeihard in de richting van Firenze gereden terwijl het boekje aangaf dat we naar Panna moesten. Hij had dus de afslag gemist. Na enige minuten te hebben gewacht, Gerard vindt het immers heerlijk om wat extra energie te gebruiken, heb ik hem gebeld en hem verteld dat hij de afslag had gemist. Inmiddels was hij al kilometers verder en zeker 150 meter lager. Ik weet zeker dat hij graag de afstand en de hoogte weer terug was gereden maar in dit geval vertelde ik hem dat wij wel naar hem toe zouden rijden. De verkeerde weg en onze uitgezette route liepen nagenoeg parallel en zouden na een aantal kilometers bij een groot meer (Invaso di Bilancino) weer bij elkaar komen. Het klimmetje van 13% wat we hoopten te missen moesten we daardoor alsnog nemen.
Daarna eerst maar eens denken aan de lunch in het plaatsje S. Piero a Sieve. In eerste instantie leek het plaatsje uitgestorven maar uiteindelijk vonden we toch weer een prima adresje om wat pasta's en pizza's naar binnen te werken. Rob moest wat geld pinnen en ik was werkelijk verbijsterd over het feit dat Wim het geluid van een pinautomaat op een afstand van ongeveer vijftig meter herkend. Respect.
Na de lunch ons eerste pechgeval. Dom Roberto had moeite met het bevestigen van zijn voortassen. Er waren enkele boutjes los gerammeld en die waren vervolgens natuurlijk spoorloos verdwenen. Na zelf wat te hebben geprutst hebben we de mensen van het restaurant maar eens gevraagd of die een winkeltje wisten waar we de ontbrekende onderdelen konden krijgen. Na wat moeizame communicatie wezen ze in de voor ons verkeerde richting en noemden vervolgens een tijdstip waarop die winkel volgens hun de deuren weer zou openen. Toen dat ruim twee uur na het tijdstip dat we daar stonden bleek te zijn, zijn we doodleuk, na wat improviserend gesleutel, de voor ons goede richting uitgereden, de mensen van het restaurant in verwarring achterlatend.
Vervolgens werden we na enkele kilometers weer getrakteerd op een klim van ruim acht kilometer. Gelukkig wel de laatste van vandaag. Na de klim zou de afdaling ons afzetten in de plaats Fiésole, vlak voor Firenze (Florence). Maar, daarvoor moesten we na de top van de beklimming wel de afslag nemen naar die plaats. Anders zou de weg ons direct in hartje Firenze brengen en dat wilden we niet. Die plaats willen we morgenochtend bezoeken. Maar wat gebeurde? Dom Roberto toonde voor het eerst deze trip eigen initiatief. En, u raadt het al, dat ging dus hopeloos de mist in. Met een behoorlijk gangetje naderden wij de splitsing, Dom Roberto voorop met een zeer overtuigende tred van "ik ga rechtdoor". Ik reed daar iets achter en ik zag het fout gaan. Een snelle blik op mijn routekaartje leerde mij dat er in dit geval ook geen alternatieve oplossing was. Dé oplossing is dan meestal om heel hard te schreeuwen dat er gestopt moet worden maar bij Dom Roberto werkt dat niet. Door het windgeruis werkt zijn gehoorapparaatje niet zoals het moet en in gedachten zag ik hem al naast de Duomo in Florence staan met een blik in de ogen van: " die heb ik er allemaal even mooi af gereden". Gelukkig stond er nog een Italiaan langs de weg die ons wél hoorde schreeuwen en die ook direct begreep wat er aan de hand was. Juist op het moment dat Dom Roberto bij hem voorbij suisde begon de man ook heel hard te schreeuwen en dat hielp gelukkig. Dom Roberto kwam tot stilstand en zag ons de goede afslag nemen waarna hij volgde. De Italiaan hebben we hartelijk bedankt voor zijn bemiddelende interventie.
Daarna volgde een prachtige afdaling naar Fiésole alwaar we besloten om onderdak te zoeken. Dat bleek nog niet heel gemakkelijk maar na enig zoeken hebben we toch weer een plekje gevonden. Ditmaal zonder een restaurantje waardoor we na de opfrisbeurt het stadje zijn ingelopen voor een drankje en aansluitend diner. Op het belendende pleintje bleek die avond ook nog een wielerwedstrijd (individuele tijdrit vanuit Firenze) te worden georganiseerd waarbij het pleintje dienst deed als finish. We hebben ons dus wel weer vermaakt vandaag en vanavond.
Inmiddels zijn we aangekomen bij het derde, en laatste boekje van onze routebeschrijving. Daarbij moeten we na Firenze de keuze maken of we de route willen vervolgen via Siena naar Rome of dat we kiezen voor de variant via Assisi. Na enig rekenwerk blijkt de route via Siena ongeveer 5.500 hoogtemeters te bevatten terwijl het alternatief via Assisi er ongeveer 4.400 in petto heeft. Ik ken beide trajecten wel vanuit eerdere bezoeken en ik kon de anderen melden dat de Assisi route zeker zo mooi zou zijn. Weliswaar ietsje langer maar dus wel lichter. Nou ja, licht? 4.400 hoogtemeters is natuurlijk ook geen kattenpis. Maar in de komende dagen moeten we dat kunnen redden. Uiteindelijk gaan we dus toch splitsen van de hoofdroute. Maar morgenochtend gaan we eerst maar eens een kijkje nemen in Florence.
Fino a domani

Weer de bergen in

De bergen weer in

Van Ferrara naar Loiano 90 km
Vandaag stond het laatste stukje van de Povlakte en het eerste gedeelte van de Apennijnen op het programma. Het was vannacht flink tekeer gegaan met onweer en regen. De lucht was daardoor mooi schoon geworden en onder een strakblauwe lucht met een graadje of twintig vertrokken we nadat we door de mamma waren voorzien van een sober ontbijt en een paar flinke pakkerts als afscheid.
Eerst maar eens rustig beginnen om de spiertjes weer wat op te warmen omdat er later nog wel wat klimwerk van ons werd gevraagd. Het vlakke landschap was niet heel boeiend maar door het heerlijke fietsweer genoten we toch van de eerste tientallen kilometers. Wel grappig is dat je onderweg wel reacties ontlokt aan mensen die ons zien rijden. Vaak worden we hartelijk begroet en toegezwaaid en soms rijden wielrenners even met ons op om te vernemen wie we zijn, waar we vandaan komen en wat het doel is. Doorgaans is de reactie er één van groot respect.
In de plaats Búdrio had ik de koffiestop gepland maar in deze toch redelijk grote plaats zat op onze route geen koffietent. En dus zaten we even later, na ongeveer 45 km te hebben gereden, aan de koffie in de plaats Castenaso, een voorstadje van Bologna.
Tijdens de koffie heb ik de andere heren een beetje op de hoogte gebracht wat hun verder die dag nog te wachten zou staan. Voordat ik mijn verhaal dan goed en wel af heb vliegt Dom Roberto plotseling van zijn stoel en spoedt zich naar de toiletruimte. We weten inmiddels dat naast het sanitaire ritueel ook de noodzakelijke actie met de uierzalf aan de orde is. Ter bescherming van edele delen die tijdens zwaardere beklimmingen extra te lijden hebben. Maar hoe dan ook, onze Dom flikt het toch weer iedere keer om alle bulten op en over te komen. Ik heb daar veel respect voor en ik teken ervoor als ik dat op die leeftijd ook nog zo mag doen.
Na de koffie werden we met een boogje om Bologna geleid en ik heb me erover verbaasd dat we van de stad helemaal niets hebben gezien terwijl het best een grote stad is. Door het heldere weer konden we dat niet zeggen van de opdoemende Apennijnen. Al tientallen kilometers hadden we die bulten in het zicht en naarmate we Bologna naderden leek het wel of ze steeds hoger werden.
Na Bologna werd het toch echt onvermijdelijk, de weg ging weer omhoog en dat moesten wij dus ook. Gelukkig ging dat in eerste instantie heel vriendelijk en geleidelijk. Het glooiende landschap was wel een verademing vergeleken bij de eindeloze vergezichten van de Povlakte. En inmiddels zijn we natuurlijk ook wel wat gewend. In het routeboekje had ik gezien dat het zwaarste werk voor vandaag een helling was van 4,8 km met een hellingspercentage van 7-8% met enkele uitschieters naar 10%. Dat hadden we wel zwaarder meegemaakt maar in deze warmte, de temperatuur zat inmiddels weer tegen de dertig graden, was het toch wel weer een dingetje.
Eerst maar een lunchen in het plaatsje Zena. Iedere keer zijn we dan toch weer verbaasd wat je in zo'n plaatsje van niks, achter een gevel van een restaurantje van niks aantreft. Ook hier weer een grote ruimte waarin toch behoorlijk wat mensen de lunch gebruiken. De ober, die in dit geval redelijk Engels blijkt te spreken, schotelt ons een prima pastamaaltijd voor en verbaasd zich erover dat we geen wijn en/ of bier gebruiken en ook geen gebruik maken van de tweede gang. Maar ja, dat doen we nooit want er moest na de lunch nog gewerkt worden en daar had hij ook wel begrip voor.
Ok, na de lunch dus vol in de aanval op de hellinkjes van het middagprogramma. Rond lunchtijd hadden we er al ongeveer 80 km op zitten dus heel veel meer zouden we de middag ook niet meer doen. Maar in de resterende tijd tot onze geplande rustplaats Loiano moesten er toch nog wel ruim 400 hoogtemeters worden overbrugd.
Rond een uur of vier arriveerden we in Loiano nadat we onderweg hadden genoten van de prachtige panorama's die er in dit gedeelte van de Apennijnen vallen te bewonderen.
We arriveerden bij een hotel wat tevens een soort serviceflat voor bejaarden bleek te huisvesten. De sexueel getinte grapjes die Dom Roberto dan steevast maakt zal ik u besparen maar toen een dame vervolgens zei dat hij nog even geduld moest hebben lagen we toch wel even dubbel van het lachen. Na het inchecken en het nuttigen van wat consumpties, waaronder een voortreffelijke ham en meloen, bleek dat het eigenlijke hotel een eind verderop in het dorp te vinden was. Dat vonden we eigenlijk wel prima want in de eerste omgeving werden we een beetje triest terwijl we daar ook nog in de schaduw moesten zitten terwijl het zonnetje nog uitbundig stond te schijnen.
De kamers waren weer prima, het verhaal wordt eentonig, en onder de kamers zat een gezellige pizzeria waar we vanavond een lekkere pizza hebben opgepeuzeld en waarin ik nu met Gerard ons blogje zit te schrijven. Biertje erbij, beetje voetbal op de achtergrond en u kent ons avondprogramma. Ook nu zullen we wel weer redelijk op tijd ons nest opzoeken want morgen staat er nog wel een pittig traject op het programma waarbij we gaan proberen om vlak voor Forence uit te komen.
Fino a domani