Via-Roma.reismee.nl

Door de Povlakte

Door de Povlakte

Van Montagnana naar Marrara, iets voorbij Ferrara 95 km
In ons mooie hotel in Montagnana, de ommuurde stad waar we gisteren iets te veel van de limoncello hadden gesnoept, genoten we van ons ontbijt met onder andere lekkere verse meloen. Zoals gebruikelijk vertrokken we rond een uurtje of negen in de richting van onze volgende bestemming. Landschappelijk stelden we ons er niet zoveel van voor omdat de rit door de Povlakte op het programma stond. Daarbij zouden we dan eerst, voor de laatste keer overigens, de Adige kruisen en in de buurt van Ferrara de rivier de Po. In een eerder verhaal heb ik gezegd dat ik dacht dat de Adige uiteindelijk in de Po zou eindigen maar dat blijkt niet goed. De Adige loopt het laatste stuk min of meer parallel met de Po en eindigt, net als de Po, in de Adriatische zee, ergens onder Venetië. Bij het oversteken van de Adige bij Badia Polésine overigens nog een klein Robbiemomentje. Terwijl wij wat aan onze bidons stonden te lurken voor de wateraanvulling, het was wederom een warme en wat benauwde dag, stond Dom Roberto als een klein kind bij de waterkant te springen. Op onze vraag wat er aan de hand was zei hij zeker te weten dat hij z'n takje had zien drijven. We hadden het natuurlijk kunnen weten. Op dit moment is hij nog steeds aan het rekenen wat de stroomsnelheid van de Adige moet zijn. Wij wachten geduldig af wat de uitkomsten van zijn berekeningen zullen opleveren.
Nadat we definitief afscheid hadden genomen van de Adige werd het tijd voor de koffiestop in Lendinara. Hier ook weer het gebruikelijke tafereel van de oudere dorpsmannen, in druk gesprek op het terras en de druk bellende en werkende Wim die onze koffiestops altijd heel efficiënt weet te benutten.
Na Lendinara reden we in ganzenformatie achter elkaar richting de Po. Hier doorgaans geen fraaie fietspaden meer maar autowegen met een matige asfaltkwaliteit waarbij de passerende auto's soms hinderlijk dicht langs rijden. Het Europese geld is kennelijk onevenredig in de bovenste regionen van Italië terecht gekomen.
Bij Occhiobello bereikten we de Po en waren aan de lunch toe. De restaurantjes in het plaatsje leken niet heel geschikt en plotseling zagen we de aanduiding van een restaurant aan de rivier. Dat leek ons wel wat. Een idyllisch plaatje tekende zich af op onze netvliezen. Maar dat viel tegen. De Po is hier een gore plas water en het restaurant was een lichtelijk verrotte formatie van barakken, drijvend op grote vlonders.
Toch maar even binnen gekeken want er stonden toch vrij veel auto's geparkeerd. Dan moest er binnen toch iets te beleven zijn. Eenmaal binnen werd ik begroet door een Italiaanse gerant van het type dat je ook in de Godfather ziet maar dan erger. Hij vertelde me dat we konden eten voor een all-inclusive tarief van € 24. Dat leek dus wel mee te vallen totdat ik door kreeg dat dit het bedrag per persoon was. Daarvoor kreeg je dan vele gangen eten voorgeschoteld en waarschijnlijk meer wijn dan onze lijven voor de middag etappe konden vertragen. Geen goed idee dus. Wij weer terug naar het dorpje waar we op een terrasje belandden met het inmiddels bekende tafereel. Houten vlondertje, eenvoudig ijzeren hekje er omheen, plastic stoeltjes en tafeltjes waarvan de meeste bezet werden door de oudere dorpsmannen. In dit geval zat ook de dorpsgek erbij waar we nog even schik mee hebben gemaakt. Voor zover we ons gastronomisch dieptepunt nog niet hadden beleefd gebeurde dat nu. Het tentje werd bestiert door een Chinees of Vietnamees meiske die na het aanwijzen van onze menuwens onder in de diepvries dook en daar de magnetronmaaltijden opviste. Keurig netjes om de vijf minuten verscheen er vervolgens een bordje met pasta op ons tafeltje. Viel te kiezen hadden we trouwens niet want nadat wij klaar waren, waren ook de maaltijden op. We hebben niet eens naar de houdbaarheidsdatum gekeken. Aangezien het tentje ook ijs verkocht wilde Dom Roberto na afloop dolgraag een Magnum Almond hebben en vroeg of wij dat ook wilden. Niemand had interesse en een minuut later kwam hij met een grote glimlach weer buiten met het begeerde ijsje. Toen ik dat zag zei ik dat het er toch wel lekker uit zag en geheel onbaatzuchtig, zo is hij, gaf hij mij zijn ijsje om vervolgens naar binnen te lopen om een nieuw exemplaar te halen. Voor de gein zei ik, terwijl ik mijn eerste hap van het ijsje nam, dat het me niets zou verbazen als dit de laatste Magnum Almond zou zijn. En inderdaad, u raad het al, met een gezicht vol teleurstelling kwam onze Dom weer naar buiten om nog net getuige te zijn van mijn laatste hap van dat wat ooit zijn ijsje was geweest. Heel even vond ik het best wel sneu voor hem. Na een hartelijk afscheid van de oude dorpsmannen vertrokken we voor ons middagtraject via de grote stad Ferrara in de richting van Bologna. Na Ferrara en vlak voor ons eindpunt, toch nog weer een Robbiemomentje. Vlak voordat ik wilde stoppen voor koffie en water hoorde ik mijn telefoon afgaan. Tijdens het fietsen is dat onhandig opnemen en ik besloot om tijdens de koffiestop terug te bellen. Daar aangekomen werd ik alweer gebeld. Dan moest het wel dringend zijn maar op dat moment constateerden we dat onze Dom kennelijk het treintje had gemist en, niet geheel onlogisch, bleek hij de beller te zijn. Kilometers terug had hij blijkbaar bij een hele grote en drukke rotonde last gehad met het verkeer en niet gezien welke afslag wij hadden genomen. Nadat hij enkele rondjes op die rotonde had gereden besloot hij om ons maar te bellen en onder escorte van Gerard, die altijd graag bereid is om wat extra kilometers te maken, voegde hij zich weer bij ons groepje. Tijdens de koffie hebben we even overlegd over de volgende overnachtingsplek. Over enkele kilometers zou er een mogelijkheid zijn terwijl de daarop volgende pas over ruim dertig kilometer te verwachten was. Het was nog redelijk vroeg in de middag maar gelet op de drukkende warmte en feit dat we toch al 85 km hadden gereden besloten we om voor de eerste optie te gaan. Dat bleek een erg leuke plek te zijn. Agriturismo met een camping, een aantal prima hotelkamers en, helemaal niet vervelend met dit weer, een geweldig zwembad, helemaal voor ons alleen. Daar hebben we onszelf maar eens flink mee getrakteerd. Ook een heerlijk tapbiertje behoorde tot de mogelijkheden maar daar zat natuurlijk weer een verhaal aan vast. De echtgenoot van de aardige mevrouw die ons had ontvangen zou ons de biertjes bezorgen die kennelijk uit een soort blokhutje bij het zwembad moesten komen. Nu wilden we daar toch naartoe dus we zouden wel even meelopen. Maar wie schetste onze verbazing toen de biertappende echtgenoot uit het hoofdgebouw verscheen. De man, met een buikomvang van zeker twee meter, stapte in zijn auto. Enigszins teleurgesteld kregen wij de indruk dat de man eerst nog naar het dorp moest rijden om de voorraad aan te vullen. Dat kon dus nog wel een tijdje gaan duren terwijl wij toch al zo dorstig waren. Maar nee, wat gebeurde er? De man startte zijn auto en reed dertig meter verder om naast het blokhutje te stoppen waar hij een paar uitstekende biertjes voor ons wist te tappen. In de uren daarna zou zich dat ritueel nog een aantal keren herhalen. De man was eenvoudig te zwaar om de afstand van dertig meter lopend te kunnen overbruggen.
Na de zwem en relax-partij werden we onthaald op een uitstekende Italiaanse maaltijd op het platteland. De Povlakte is toch zo gek nog niet.
Inmiddels is het buiten stevig gaan waaien en vallen er zelfs wat regendrupjes.
Niet zo heel gek na deze warme dag.
Morgen gaan we het laatste stukje Povlakte doen om ons op te maken voor de Apennijnen die direct achter Bologna opdoemen. We hopen dat het vannacht een beetje zal afkoelen zodat we niet in de warmte de eerste beklimmingen hoeven te doen. Ook nu moeten er weer vele hoogtemeters worden bedwongen na de relatief eenvoudige etappes van de afgelopen dagen.
Eerst maar eens lekker slapen dus, zodat we er goed uitgerust aan kunnen beginnen.
Fino a domani

Maandagochtend in Verona

Maandagochtend in Verona

Verona naar Montagnana 70 km
Vanochtend zouden we dus niet ontbijten in ons hotel maar ergens in het centrum van Verona. Dat leek ons leuker dit keer. Het hotel dat we gisteren troffen was overigens een zeer bijzondere verrassing. Als je door de buitenwijken van Verona rijdt verwacht je eigenlijk een soort tweederangs onderkomen te treffen en niet dit vier sterren hotel met de prijs van een twee sterren accommodatie. Hoe dan ook, we hadden het wederom weer zeer goed getroffen. Bovendien was het hotel strak aan de route gelegen dus ook dat kon niet beter. De route liep hier nog steeds langs de kunstmatige waterbak van de Adige waarvan we ons nog steeds verbaasden over het feit dat het water daar met zo'n grote snelheid doorheen liep. En dus had Dom Roberto het plan opgevat om de snelheid van het stromende water te gaan meten. Maar hoe doe je dat? Tijd voor een nieuw Robbiemomentje. Dom Roberto had bedacht dat het mogelijk zou moeten zijn om een voorwerp, een takje of zoiets, in het water te gooien en er dan achteraan te rijden, vervolgens een gelijke snelheid aan te houden en dan op het snelheidsmetertje van je fiets te kijken. Het getal wat je daar vervolgens zou aflezen moest wel ongeveer de snelheid van het stromende water zijn. Best wel slim voor iemand wiens eerste naam voor deze blog precies het tegenovergestelde is. Maar wat gebeurde er. Onze route liep inderdaad een paar honderd meter gelijk met de waterbak van de Adige. Ook na de grote weg die we waren overgestoken liep het fietspad keurig parallel door en was Gerard al heel enthousiast doorgereden met Dom Roberto in zijn kielzog. Na enkele meters zag ik echter op mijn metertje dat de route een andere kant opliep. Althans dat dacht ik. Vanwege het zonlicht kon ik het niet heel goed zien maar ik riep alvast dat de mannen moesten stoppen. Terwijl ik even goed op het venstertje van mijn fietscomputer keek was Dom Roberto al druk in de weer met de voorbereidingen voor zijn experiment. Van de dichtstbijzijnde boom werd een tak verwijderd en terwijl Dom Roberto zijn best deed om zijn fiets startklaar te hebben in de stroomrichting van het water en tegelijkertijd de tak over het hekwerk te werpen, een hele opgave nog, riep ik dat de route inderdaad de andere kant op ging. Wij draaiden onze fietsen om en Dom Roberto deed dat ook met een gezicht vol teleurstelling terwijl de tak heel hard de andere kant op dreef. De uitkomst van het experiment hebben we uiteraard nooit vernomen.
Daarna werd het tijd om onze ontbijtplek te gaan zoeken. Nu moet je in Italië niet al te grote voorstellingen maken bij het begrip ontbijt maar op een aardig terras hebben we toch een paar mooie koppen koffie en thee kunnen scoren, begeleid door de nodige croissants met jam en chocola. Voor Italiaanse begrippen best ok. Vervolgens werd het tijd om Verona wat verder te verkennen en een winkeltje te vinden voor de reparatie van de telefoon van Wim. Die deed het nog wel maar het glazen schermpje lag in gruzelementen waardoor het lezen van de teksten een probleem was. En aangezien vandaag de werkweek weer was begonnen was hulp snel noodzakelijk. Verder zochten we ook nog naar een echte ouderwetse barbier om Dom Roberto van zijn baard af te helpen. In operastad Verona dacht ik dat het mogelijk moest zijn om de Barbier van Verona te vinden naar analogie van de Barbier van Sevilla, een ander muziekspektakel.
Wat was namelijk het geval? Vandaag was Luda, de echtgenote van Dom Roberto, jarig. Luda, ook namens de andere mannen vanaf deze plek gefeliciteerd met je verjaardag. Wij wensen je nog vele gezonde jaren en uiteraard veel sterkte met het gezelschap van Rob. Daar kunnen wij inmiddels over meepraten. Maar goed, op de verjaardag van Luda wil Dom Roberto dus graag een versje opzeggen voor de camera van de telefoon van Gerard. Wij vonden dat hij dan wel een beetje netjes voor de dag zou moeten komen en aangezien hij het nog niet had aangedurfd om met een scheermesje zelf zijn baard te verwijderen moest dat dan maar hier gebeuren. En dan natuurlijk het liefst bij zo'n ouderwetse, traditionele Italiaanse barbier. Dat beeld hadden we wel redelijk scherp op ons netvlies. Als we tenminste zo'n barbier konden vinden.
Op zoek dus naar telefoonreparateur en barbier. Al snel kwamen we erachter dat zelf zoeken niet handig was en we het beter even konden vragen. Inmiddels waren we op het grote plein voor de arena aangekomen en daar stonden wat carabinieri naast hun motor aan wie we dat konden vragen. De vrouwelijke politieagente bleek uiterst behulpzaam, zij had haar eigen iPhone ook net kapot gehad, en had snel een afspraak gemaakt bij de reparateur inclusief de prijs. Nu nog even uitleggen hoe daar te komen dacht ze maar plotseling stond Gerard al naast haar en kon het adres worden ingetikt in de Mio op de fiets van Gerard. Dat vond mevrouw de politieagent helemaal fantastisch en ze stond erop om zelf het adres in te voeren. Daarna waren we snel bij de reparateur en binnen twintig minuten was het apparaatje gemaakt. Op de vraag naar de barbier hadden de carabinieri overigens geen antwoord behalve dan dat op maandagochtend nog veel winkels zijn gesloten. Daar kwam onze Dom dus nog goed weg. Onze tijd komt nog wel.
Vervolgens zijn we maar eens uitgebreid op het terras gaan zitten naast de arena, terwijl Dom Roberto, uiteraard nadat hij zijn versje voor Luda had gedaan, ons trakteerde op koffie met gebak vanwege de verjaardag van zijn echtgenote. Bedankt Rob!
Terwijl we daar zo ontspannen zaten schoot het mij te binnen dat er nog een toeristische trekpleister was in Verona die ik de mannen niet kon onthouden. La Casa de Giulietta ofwel het prutserige balkonnetje uit Romeo en Julia van Shakespeare met dezelfde aantrekkingskracht als Manneke Pis in Brussel. Dingen die je gewoon een keer gezien moet hebben maar die eigenlijk niet veel voorstellen. Maar, dat is uiteraard mijn mening. Even zoeken en ja hoor daar was het. Ik zou wel even op de fietsen passen terwijl mijn fietsmaten zich ondertussen vergaapten aan het toeristische mirakel.
Daarna, het was inmiddels ongeveer half één, konden we onze fietsen weer bestijgen voor de middag etappe. We hadden nog niet echt een doel benoemd maar uiteindelijk zijn we na ongeveer zeventig kilometer aangekomen in de plaats Montagnana. De lunch hebben we onderweg genuttigd in de plaats Zévio op deze warme, wat drukkende dag. Na de lunch werden we overigens nog wat opgeschrikt door een zwarte lucht aan de horizon. Daar was zich een stevig onweer aan het opbouwen, precies in de richting waar ons einddoel zich ongeveer moest bevinden. Als dat maar goed zou gaan. Twee jaar geleden hadden we een soortgelijke ervaring nadat we Parijs uitreden. Toen brak er ook inderdaad een geweldig onweer los nadat we,gelukkig, net binnen zaten. Nu ging het beter omdat de bui een andere kant koos dan onze bestemming.
De stad Montagnana staat bekend als één van de indrukwekkendste ommuurde steden van Noord-Italië. En inderdaad, het is wel bijzonder om met je fietsje vanuit Nederland zo'n imposante stad binnen te rijden. Bijna als vanzelfsprekend, wanneer zou het een keer niet lukken?, vonden we weer een uitstekend hotel en hebben we vanavond heerlijk gegeten in een restaurant, gelegen tegen de oude stadsmuur. Uiteraard buiten want de temperaturen zijn hier al echt zomers.
Nu ik het toch over eten heb, moet me even van het hart dat ik deze rit bijzonder veel respect heb voor Gerard. Ik weet dat hij, als het over eten gaat, alles wel lust maar nu weet hij zich heel gedisciplineerd te gedragen. Hij eet veel salades, drinkt veel water en weet heel veel langskomende lekkernijen te weerstaan. Complimenten Gerard!
Enig nadeel is dat hij inmiddels wat smaller is geworden waardoor het voordeel om achter hem te fietsen met de dag minder wordt.
Het blogje voor vandaag zit er weer op terwijl ik net een berichtje binnen krijg van onze Wim uit Denekamp. Hij is kennelijk via Venetië gereden en zit, na 160 km! gereden te hebben vandaag in Ferrara waar wij morgen doorheen komen. Misschien dat we hem de komende dagen nog ergens zien hoewel hij nu ongeveer zestig kilometer voorsprong heeft.
Fino a domani

Zondagsdrukte op het fietspad

Zondagsdrukte op het fietspad.

Van Mattarrello bij Trento naar Verona 100 km
Vanochtend zijn we met enige vertraging vertrokken. Het lijf protesteerde iets meer dan gebruikelijk en ik gunde de medicatie iets meer tijd om z'n werk te doen. Ook Wim had wat kleine klachtjes dus het duurde een half uurtje langer voordat we ons bij de andere mannen konden melden voor het ontbijt. Maar goed, het was tenslotte zondag en ook nog eens vaderdag. Dan mag het allemaal wel ietsje rustiger.
Om halftien vertrokken we dan toch weer vol goede moed naar onze volgende bestemming. Snel vonden we het fietspad terug langs de Adige en wie dacht dat we in Nederland goed zijn in fietspaden moet eens hier komen kijken. Ik denk dat we inmiddels honderden kilometers hebben afgelegd over nagenoeg onafgebroken hetzelfde fietspad. We hebben er met z'n allen overigens wel aan meebetaald want overal zie ik Europese vlaggetjes.
Al snel naderden we de wat grotere stad Rovereto. Dat kon je goed merken omdat de drukte op het fietspad op deze zondag veel groter was dan op een doordeweekse dag. Een groot gedeelte van de werkende Italianen was aan het recreëren op het mede door ons betaalde fietspad. Joggers, handbikers, mountainbikers, racefietsers, wandelaars en rolstoel voortduwende mensen. Je kon het zo gek niet verzinnen. Mannen en vrouwen van jong tot oud. Nou moet ik wel zeggen dat het ook wel gezellig is en er ook steeds wel wat te zien valt. Vooral van de laatste soort en dan speciaal de jongere variant hebben ze hier mooie uitvoeringen waarbij zowel de voor- als de achterkant de moeite waard zijn om te observeren. Tenminste als ik af ga op het regelmatige tatuut geluid, afkomstig van het toetertje op de fiets van Dom Roberto. Ik denk dat hij wel heeft genoten vanochtend.
Qua navigatie had ik vandaag niet helemaal mijn dag. In Rovereto reed ik iets verkeerd terwijl een groepje meefietsende mensen ineens boven mij op een bruggetje fietste waar wij ook hadden moeten rijden. Ik had de mannen bij vertrek al beloofd dat we vandaag een vlakke etappe zouden hebben, niet wetende welke verrassingen ons vandaag nog zouden wachten. Maar daarover later. De eerste verrassing was trouwens de beklimming van het zeer smalle houten bruggetje met een helling van 12%! Later zou ik lachend terug denken aan dit hellinkje wat eigenlijk niks voorstelde.
Na Rovereto luwde de drukte op het fietspad gelukkig iets en konden we volop genieten van het ruige berglandschap waar we nog steeds doorheen reden, dan weer via een kaarsrecht fietspad langs een gekanaliseerde waterbak van de Adige, dan weer via het fietspad wat slingerend zijn weg vond door de uitgestrekte wijngaarden. De appel boomgaarden behoorden nu toch echt tot het verleden.
Na ruim dertig kilometer volgde de koffiestop in het plaatsje Chizzola. Alle terrastafels in de schaduw werden al bezet door een groot gedeelte van de oudere mannelijke bevolking van het plaatsje die luidkeels en door elkaar pratend van alles en nog wat aan het doornemen waren. Uiteraard op zondagmorgen elf uur vergezeld van goed gevulde wijnglazen. Het tafeltje wat nog in de zon stond hebben we lekker in de schaduw van een grote boom geplaatst en vervolgens kregen we de tot nu toe beste koffie geserveerd van de aardige uitbaatster die wel een zwak had voor een stel fietsers. Ondertussen hebben we geamuseerd het tafereel gade geslagen van de groep oudere dorpsmannen.
Daarna weer verder langs de plaatsen Ala en Ávio en inderdaad Oom Harm, langs de oostkant van de Monte Baldo terwijl aan de andere zijde van die berg het Gardameer ligt. Overigens ben ik vanaf het Gardameer die berg nog wel eens opgelopen maar niet samen met mijn vader in het VW kevertje wat hij toen had. Dat heeft hij waarschijnlijk alleen gedaan. Maar dit terzijde. Het fietsen langs het Gardameer, wat wellicht wel aardig lijkt, wordt overigens ten strengste afgeraden vanwege enerzijds de drukke autowegen en anderzijds de vele onverlichte tunneltjes. Dat hebben we dus maar niet gedaan.
Tegen lunchtijd kwamen we aan in het zeer schilderachtige plaatsje Belluno Veronese waar we direct een trattoria ontdekten. Dat staat synoniem voor even een goede Italiaanse lunch genieten in een typisch Italiaans restaurant. We mochten met de Italiaanse mama de trap op mee naar boven waar je dan in een klein lokaaltje komt waar al een aantal mensen zitten te eten. Keuze uit twee menu's en voor dat je het weet zit je aan een heerlijke verse pasta, salade erbij, beetje brood met olijfolie en peper en zout en een mineraalwater om het compleet te maken. Kopje espresso en klaar. Verder fietsen maar weer.
Naarmate we verder naar het zuiden de bergen uitreden klaarde het weer nog zienderogen op en de temperatuur liep richting de dertig graden.
Tot dat moment had ik mij redelijk weten te redden met het routeboekje en de blauwe lijn die ik op mijn fietscomputer zou moeten volgen. Maar de verschijning van nieuwe drukken van de routegids en zelfs de meest up-to-date software op mijn fietscomputer kunnen niet het tempo bijbenen waarop de Italianen met Europees geld nieuwe fietspaden hebben aangelegd. Op enig moment heb ik het routeboekje en mijn blauwe lijn houvast dan ook maar losgelaten en zijn we op de bordjes verder gereden die steeds keurig aangaven hoe we richting Verona moesten rijden, ons geplande eindpunt van de dag. Sommige fietspaden waren echt nagelnieuw en de hagelwitte lijnen waren bijna nog nat terwijl je het idee kreeg dat het prijskaartje er ook nog aan zat.
Nadeel was echter dat ik niet meer voorbereid was op wat ging komen en dat nemen de andere mannen me nu nog kwalijk. Om te beginnen maken de Italianen er de gewoonte van om het nieuwe fietspad een behoorlijk stuk boven de bestaande weg te leggen waar je eerst moest fietsen. Dat is wel zo rustig inderdaad. Maar om daar te komen kiezen ze met regelmaat de kortste weg daar naartoe. Dat resulteert soms in hellinkjes van 18% die je dan even mag overbruggen. En aangezien we nog steeds alle bepakking aan de fiets hebben hangen is dat geen pretje.
Op enig moment kwamen we bij de plaats Rivoli Veronese en daar werd het helemaal bont. Ik had de mannen net verteld dat het zo grappig was hoe je goed kon zien dat we nu toch echt de bergen uitreden in de richting van Verona. Die bergen werden gaandeweg steeds lager en je verwacht dan niet dat het klimvenijn in de staart zit.
Eerst wordt een helling voorafgegaan door een bordje met 10% erop waarbij we allemaal dachten dat het een kort hellinkje zou zijn. Maar na een kilometer of zo en vele haarspeldbochten verder stond er doodleuk weer zo'n bordje. Alsof we het vergeten zouden zijn! Uit alle poriën zwetend heb ik de mannen, eenmaal boven, verteld dat ik dit ook niet had zien aankomen. Ze geloofden me echter niet. Ik heb ze toen nog rustig gekregen met de opmerking dat dit toch wel echt het laatste zou zijn, de bergen waren immers nagenoeg gedaan, maar ai, wat zat ik daar weer mis.
Eerst besloot ik kort daarna mijn blauwe lijntje maar weer eens te volgen en dook enthousiast een mega stijle afdaling in. Dat zullen de mannen lekker vinden na die steile helling van daarnet dacht ik nog maar oeps, het weggetje werd slechter en slechter en bleek tenslotte de verkeerde weg. Ai, ai, hoe ga ik dit uitleggen en O,o, hoe komen we in hemelsnaam dat steile weggetje weer naar boven. Ik zal u verder alle krachttermen besparen maar het is gelukt. Volgens Dom Roberto hebben we de 20% aangetikt. Zo voelde het in ieder geval wel.
Daarna nog een keer zo'n geintje met die 10% bordjes waarna we uiteindelijk weer terecht kwamen op het keurige strakke rechte fietspad langs de gekanaliseerde waterbak van de Adige. Met een stevig gangetje zijn we verder gereden naar een plaats vlak voor Verona. Het leek ons geen goed idee om in het centrum van Verona een hotel te zoeken omdat we dachten dat die inmiddels wel allemaal vol zouden zitten met operagangers. In het voorstadje dus maar even een man aangeschoten om naar een hotel te vragen. De man wilde ons dolgraag helpen, dacht dat wij Duitsers waren en wilde persé in het Duits uitleggen wat we moesten doen. Echter, hij was vergeten dat hij geen woord Duits sprak. Op enig moment begon hij zijn vingers op te steken alsof hij met het spelletje 'Hints' bezig was. Ik geloof dat ik mijn fietsmaten enigszins in verlegenheid heb gebracht toen ik heel serieus tegen de man zei of het twee of drie lettergrepen betrof. Dat begreep de arme man natuurlijk niet maar uiteindelijk wees hij in de richting van de weg die we toch al volgden en noemde de naam van het hotel.
Dat hebben we keurig gevonden. Wederom een prima plekje. Gegeten in een mooi Italiaans restaurant min of meer om de hoek waar we heerlijk op de open binnenplaats hebben gezeten.
Nu maar weer naar onze kooitjes voor een goede nachtrust. We hebben besloten dat we morgen eerst gaan ontbijten in het centrum van Verona. Daar zitten we ongeveer twee kilometer vandaan. Daarna zoeken we voor Wim naar een telefoonwinkeltje waar ze hopelijk het schermpje van z'n iPhone kunnen repareren. Bij binnenkomst van dit voorstadje van Verona viel het kleinood ongelukkig uit zijn tas na een flinke hobbel in de weg. Daarna gaan we wat rondneuzen in het centrum en vermoedelijk daarna nog een wat kortere etappe afleggen. Maar dat zien we morgen wel.
Fino a domani

Langs en in de Adige

Langs en in de Adige

Merano naar Mattarello, iets voorbij Trento 100 km
Toen we gisteren na de Reschenpas min of meer uit de Alpen kwamen vallen troffen we al snel de Adige wat daar nog een relatief klein bergstroompje was. In de richting van Merano werd het vlot een krachtige stroom waar vele kubieke meters water hun weg naar beneden vinden. Gedurende onze verdere tocht naar het zuiden zullen we deze rivier nog regelmatig tegen komen alvorens die ergens in de Po zal eindigen. Zo ook vandaag. Al vrij snel na ons vertrek in Merano vonden we het fantastisch aangelegde fietspad richting Bolzano. Het was zaterdag en het was duidelijk dat dit een zeer geliefd fietspad was bij de vele recreatieve fietsers uit de buurt. Dat varieerde van papa en mama met kindertjes tot echtparen op de mountainbike en complete pelotons wielrenners in fel gekleurde wielerkleding op hippe Italiaanse racefietsjes.
Op enig moment passeerde zo'n groepje wielrenners en, wat ik al wel vermoedde, na de laatste man zat Gerard al keurig in het wiel van die man genesteld en ja hoor, Dom Roberto daar weer achter aan. Toen kon ik natuurlijk niet achter blijven. Kilometers hebben we zo, met volgepakte toerfietsen, achter dat groepje Italiaanse wielrenners gehangen. Na enige tijd een Robbiemomentje. Voor ons vertrek heeft Dom Roberto op zijn fiets zo'n grappig toetertje laten monteren waarbij je in een rubberen balletje moet knijpen om er geluid uit te krijgen. Onderweg heeft hij daar al regelmatig met succes de lachers mee op zijn hand gekregen. Vooral bij groepen schoolkinderen die we passeren is hij mateloos populair. Maar nu, terwijl we met een gangetje tussen de dertig en vijfendertig kilometer per uur achter in dat groepje wielrenners, gladgeschoren beentjes en mooie kleertjes en fietsjes, reden, vond Dom Roberto het nodig om zijn tatuut, tatuut toetertje te laten klinken alsof hij het groepje wielrenners even wilde inhalen. De reactie uit de groep laat zich natuurlijk raden aangezien niemand uit die groep had verwacht dat wij nog achter hun zouden rijden en zeker niet dat iemand het in z'n hoofd zou halen om hen in te willen halen. Verschrikt richten ze zich dus rechtop en wierpen blikken naar achteren van wat zullen we nou krijgen. Toen ze daarna in de lachende gezichten van Gerard en mij keken en vervolgens ook nog de triomfantelijke tronie van Dom Roberto ontdekten konden ze er de lol wel van inzien.
Ondertussen was de man wiens naam wij niet meer zullen noemen, op enorme achterstand geraakt en besloten wij om de benen stil te houden. De Italiaanse wielrenners verdwenen aan de horizon terwijl aan het andere einde van het fietspad de horizon nog steeds leeg was.
Na onze hereniging vervolgden wij onze weg naar het zuiden over het prachtige fietspad langs de Adige. Het weer was aanvankelijk goed begonnen in Merano maar in de loop van de ochtend trok de lucht in deze regio langzaam dicht en vielen er soms wat spatjes regen uit. Tot een serieuze bui is het echter niet gekomen. Tussen de uitgestrekte appel boomgaarden, volgens ons staan hier miljoenen appelbomen, reden we naar Bolzano waar we vrij vlot arriveerden vanwege de, wederom, gunstige fietsomstandigheden. Wij hebben het idee dat de appels die hier geteeld worden met name verdwijnen in de appelsap, suco di mela. Langs de route hebben we een aantal fabrieken kunnen ontdekken. Aangezien er hier zoveel groeit zal dat niet alleen voor lokale consumptie zijn maar zullen we er in Nederland ook wel wat van aantreffen in onze supermarkten. Mochten jullie nu vinden dat er aan de oogst van dit jaar een beetje vreemd smaakje zit dan heb ik nu alvast de verklaring daarvoor. En wederom is Dom Roberto daarbij in het geding. Wat doet hij namelijk. Als een soort roofdier die bezig is zijn territorium af te zetten, trekt hij een waar geurspoor door de boomgaarden. Regelmatig zie je hem van de fiets stappen om tegen de brave appeltjes te urineren. Gelukkig hebben we de appelregio nu verlaten en bevinden we ons tussen de wijngaarden. Daar gaat het gelukkig wel goed want de druiven hangen hier heel hoog.
Als we hadden gedacht om vandaag een vlakke etappe te krijgen dan komen we toch bedrogen uit. Bij binnenkomst in Bolzano laten we de eigenlijke stad links liggen en worden we via een, wederom, prachtig fietspad door de wijngaarden geleid. Het nadeel van dit fietspad is echter dat het kilometers achter elkaar toch net vervelend omhoog loopt. Maar onze benen zijn inmiddels voldoende hersteld om deze inspanning vlot te verwerken.
Na bijna veertig kilometer wordt het dan wel weer de hoogste tijd voor koffie en, in het geval van Dom Roberto en de man wiens naam wij niet meer zullen noemen, Kuchen of gebak. Sorry Wim, dit is me toch echt teveel tikwerk en van Ineke begrijp ik dat je weer gewoon in het verhaal mag dus vanaf nu is het weer Wim. Naast het koffieadres had Gerard in de tussentijd een wasstraat ontdekt en resoluut, zo is hij, stevende hij met zijn fiets erop af en begon de boel met een hogedrukspuit te reinigen. Dat was een goed idee en al vlot stond de wasstraat vol met alle bepakte fietsen en spoot Gerard er lustig op los. Op onze schone fietsen vervolgden we onze weg door een prachtig landschap met adembenemende vergezichten. Via het mooi gelegen Lago di Caldaro bereikten we weer het fietspad langs de Adige en werden we met een lekker rugwindje naar ons lunchadres geblazen in Salorno, de plaats waar het Duitse taalgebied over gaat in het Italiaanse.
Na de lunch overbrugden we de resterende afstand tot Trento, ons geplande eindpunt, terwijl de wind inmiddels vanuit de andere richting in ons gezicht blies. Dat schijnt normaal te zijn in deze streek, zo hoorden we van een fruitventer onderweg waar we heerlijke kersen en abrikozen hebben gekocht.
Na Trento zijn we nog even doorgereden tot na het vliegveld en hebben een onderkomen gezocht in het plaatsje Mattarello. Heel gepast heet het hotel Adige zodat we kunnen zeggen dat we vandaag mooi langs de Adige hebben gefietst en uiteindelijk in Adige overnachten. Nou ja, flauwekul natuurlijk maar ik moest toch wat verzinnen.
De avondhap zit er weer in en we gaan ons opmaken voor de nacht. Morgen gaat de reis verder naar het zuiden richting Verona maar ik wil toch besluiten met een klein voorval in het hotel waar Wim mee werd geconfronteerd aan het begin van de avond. Dat schiet me nog even te binnen voordat ik nog een beetje voetbal ga kijken. Ik had mij gedoucht en Wim was vol goede moed naar de sauna vertrokken. Ik lag op bed aan mijn blogje te schrijven toen Wim ineens veel te snel en nogal beteuterd de hotelkamer opkwam. Wat was er nu gebeurd? Hij was als fervent saunaganger heel enthousiast in z'n blootje de sauna in gegaan, zoals dat in andere landen vrij normaal is. Maar hier in Italië denken ze daar kennelijk anders over en een niet zo'n vriendelijke mevrouw heeft hem subiet de toegang tot de sauna geweigerd. Nog tamelijk verhit heeft hij het afdouchen dan maar in de hotelkamer gedaan. Ach, 's lands wijs, 's lands eer zullen we maar zeggen. Wim is er nog wel een tijdje verontwaardigd over geweest maar nu gaat het gelukkig weer goed met hem.
Fino a domani

Dreiländerspiel en de Beloning

Drieländerspiel en de Beloning

Pfunds naar Merano 110 km
Vandaag stond dus onder meer de Reschenpas op het programma. Daarvoor mochten we eerst een klein uitstapje maken naar Zwitserland vanuit ons hotel Kajetansbrücke.
Na de onbemande grenscontrole ging de weg meteen omhoog naar de plaats Martina waar we weer een grenscontrole zagen om terug te keren naar Oostenrijk. Hier wel bemand maar ons werd geen strobreed in de weg gelegd. Daarna kwam de beklimming naar de Nordbertshöhe waarbij we ongeveer 500 hoogtemeters moesten overbruggen. Dat was natuurlijk peanuts vergeleken bij de Silvretta maar toch wel even een serieus klimmetje. Ook hier weer de nodige hairpins en een tempo wat meer op wandelen leek. En ook de gebruikelijke verdeling waarbij Gerard als eerste boven was, gevolgd door ondergetekende, Dom Roberto en ten slotte Wim. Maar de laatste heeft onderweg waarschijnlijk nog wat mailtjes beantwoord en belangrijke telefoongesprekken gevoerd waardoor fietsen wat meer tijd nodig heeft.
Na de Norbertshöhe volgde een kleine afdaling naar Nauders alwaar we een koffiestop hebben gemaakt en wat boodschappen gedaan. Ook heerlijk om hier weer de mail te kunnen bijwerken en ons op de hoogte te kunnen stellen van het laatste nieuws.
Na Nauders volgde nog de relatief eenvoudige weg naar de Reschenpas waar we een Nederlands echtpaar troffen dat ook met de fiets onderweg was. Uiteraard waren ze bereid om wat foto's van ons te maken bij de Italiaanse grens. Het derde land wat we vandaag voor de lunch al aandeden. Het echtpaar bleek onlangs vertrokken vanuit Nederland waarbij ze een klein stukje zouden delen van onze route tot Bolzano. Daarna zouden ze via Slovenië en Roemenië verder rijden. Daarna zouden ze zo'n beetje alle landen aandoen die eindigen op "Stan" en via Vietnam nog verder fietsen. De man vertelde mij dat ze drie jaar hadden uitgetrokken voor hun reis. Pfffff, respect hoor. Ik neem aan dat ze na Vietnam dan nog een keer of drie rond de wereld trekken.
Maar goed, ondertussen passeerden we bijna ongemerkt de Reschenpas en zagen we boven het stuwmeer voor ons een behoorlijke regenbui hangen. Daar moesten we min of meer doorheen, zo leek het. Maar gelukkig was het lunchtijd en troffen we vrijwel direct een schitterende pizzeria waar we konden schuilen, eten en, last but not least, onze mail bijwerken en belangrijke telefoongesprekken voeren.
Vervolgens via een wat vervelend op en af weggetje langs het stuwmeer Italië in terwijl het weer aanzienlijk beter was geworden. Na het tweede stuwmeer werd het tijd om de fietshelm op te doen omdat er een heftige afdaling op ons lag te wachten van maximaal 18% gedurende ruim 8 km. Dat was lachen na alle inspanningen van de afgelopen dagen maar op dat moment wisten we nog maar half wat ons verder vandaag te wachten stond. Na de heftige afdaling via Malles Venosta kwamen we aan in het plaatsje Glurns. Leuk plaatsje waar veel fietsers en motorrijders bijeen kwamen op het dorpspleintje. Tijd voor koffie dus, of zoiets, en hoogste tijd voor het bijwerken van onze mail en het voeren van belangrijke telefoongesprekken.
Na Glurns volgde één van de mooiste afdalingen die we ooit hebben gemaakt. De weg ging alleen maar naar beneden, de wind, die af en toe bijna orkaankracht had, blies ons stevig in de de rug en het landschap om ons heen was werkelijk adembenemend.
Een schitterend aangelegd fietspad, van Europees geld uiteraard, maakte de beleving compleet en door uitgestrekte fruit boomgaarden werden we bijna letterlijk naar onze eindbestemming geblazen langs de rivier de Adige die ons kolkend dan weer rechts, dan weer links begeleide. Ondertussen lieten we bij Prad/Prato de toegangsweg tot de Stelviopas links, of beter, rechts liggen terwijl we wel een prachtig uitzicht hadden op de bergen rondom de Stelvio. Dit was echt genieten met alleen maar hoofdletters. Uiteindelijk hebben we op die manier ruim zestig kilometer afgedaald met een gangetje tussen de dertig en veertig kilometer per uur met relatief weinig inspanning. Door de zeer forse wind werd bovendien de lucht behoorlijk schoon geblazen waardoor het zonnetje ook nog vrolijk mee deed aan ons plezier. Nogmaals, één van de mooiste afdalingen ooit. Vlak voor de plaats Merano volgde nog een schitterende afdaling waarbij het fietspad via een aantal genummerde haarspeldbochten tezamen met de Adige naar beneden werd geworpen. Kortom, duidelijk de beloning na onze inspanningen van de afgelopen dagen.
Eenmaal aangekomen in Merano begonnen we onze zoektocht naar een onderkomen voor de nacht. Het bleek een redelijk grote plaats te zijn en via wat omzwervingen kwamen we aan bij de Tourist Information die om half zes nog gewoon open was. Daar hadden we snel een hotel geregeld in een buitenwijk. Eerst mochten we echter nog een terras opzoeken om onszelf te trakteren op een welverdiende consumptie en uiteraard de mail bij te werken en belangrijke telefoongesprekken te voeren. Daar hebben we even heerlijk zitten na te genieten van deze heerlijke fietsdag. Ten opzichte van onze wat kille start in Oostenrijk was het hier ineens volop zomer met temperaturen richting de dertig graden.
Via de Mio van Gerard hebben we daarna snel het hotel gevonden waar we nog net op tijd aankwamen om te douchen en de avondmaaltijd te gebruiken. Dit keer met de nodige Chardonnay en een onvrijwillige duik van Dom Roberto in het zwembad.
Daarna restte mij nog de taak om dit verhaaltje te schrijven terwijl de rest al op één oor lag. Maar ik heb het er graag voor over om jullie op de hoogte te houden van onze belevenissen. Van Wim heb ik inmiddels het verzoek gekregen om hem niet meer te noemen in deze blog. Ik hoop dat ik daar dit keer in geslaagd ben maar garanderen kan ik het niet.
Morgen gaat de reis verder via Bolzano en Trento naar het zuiden maar eerst ga ik mij ook maar even te ruste leggen.
Fino a domani

Tussenetappe

Tussenetappe

Van Galtür naar Pfunds 75 km
Na de heftige inspanning van gisteren was het vandaag tijd voor een herstelritje. Samen met onze gast Wim legden we de eerste 40 kilometer van Galtür naar Landeck in een recordtijd af. Nagenoeg alleen maar afdalen. Ook wel eens lekker. Onderweg nog even de mondaine wintersportplaats Ischgl bezocht en vervolgens in Kappl een boodschappenstopje. Rob, Wim en ik begonnen ons inmiddels aardig te ergeren aan onze te lange baarden waardoor we besloten om maar even wat scheergerei te kopen bij een lokale Spar. Daar zouden we dan vanavond werk van maken. Daarna via See het dal uit en ja hoor, daar was het blauwe streepje weer op mijn fietscomputer die vanaf links uit het dal van Vorarlberg kwam. We zaten weer op de normale route na ons omweggetje via de Silvretta. Tot Landeck hoefden we onze benen nauwelijks aan te spreken maar als dat op kleine tussenstukjes toch moest gebeuren voelde je direct dat er gisteren met de onderdanen wel wat was gebeurd.
In Landeck brak ook het zonnetje nog door en hebben we met z'n vijven gezellig koffie zitten te drinken op een terrasje. Daarna nog even een Intersport winkel bezocht voor een nieuw fietsbroekje. De andere had ik immers ergens in zuid Duitsland laten liggen die mogelijk al weer naar mijn huisadres is gestuurd.
Na Landeck ging onze route verder door het dal van de rivier de Inn. Dat is hier al een wild kolkende stroom waardoor bakken met water naar beneden komen. Nadeel van water dat naar beneden komt is dat wij dan weer naar boven moeten als je stroomopwaarts fietst. Maar ja, dat was uiteindelijk toch ook weer de bedoeling omdat we aan het eind van de etappe wilden uitkomen aan de voet van de Reschenpas die we morgen hopen te bedwingen. Het grotendeels mooie fietspad liep meestal vals plat omhoog met af en toe ook kleine klimmetjes. Lekker om de benen een beetje te oefenen voor morgen als er weer serieus geklommen moet worden. Dit keer hoeven we ons geen hoofdbrekens te maken over eventuele alternatieven. Die zijn er niet. We moeten gewoon via Nauders omhoog naar de Reschenpas om daarna naar Italië af te dalen.
Maar voordat we via Prutz en Ried naar ons eindpunt in Pfunds zouden rijden eerst de lunch in Niedergallmigg. Dat bleek een ware klucht te worden. Eerst hebben we even gezellig zitten praten met een Duits echtpaar dat met hun caravan een grote rondreis door Europa aan het maken was. Grappig was de tekst die met grote letters achter op hun caravan was geschreven: " Ihr seit zwar schneller aber wir haben Urlaub"
Maar daarna begon de ellende. Onze bestelling werd weliswaar nog netjes opgenomen en de drankjes kwamen ook nog redelijk snel maar het feit dat de ober steeds weer rennend het pand in ging had ons te denken moeten geven. We vermoeden dat hij alles alleen moest doen en op enig moment kwam hij helemaal niet meer naar buiten. Gerard en onze gast Wim hadden een salade besteld met kip en van alles en nog wat erin en de anderen een pizza. We hebben zeker drie kwartier zitten wachten totdat er ineens een dame uit het pand kwam met zowaar twee bordjes met sla. Zij begon zich halverwege het traject van de deur naar ons tafeltje al te verontschuldigen voor het feit dat er een paar dingen ontbraken aan de salade. Nou, dat bleek op z'n zachtst gezegd het understatement van de dag. Alles ontbrak aan de salade behalve de sla. Het vlees kon nog komen zei ze maar ze wist niet precies wanneer. Toen we uit gekheid zeiden of dat ook morgen kon zijn zei ze dat dat best zou kunnen. Vervolgens vertrok ze doodleuk weer naar binnen en begonnen Gerard en Wim mopperend aan hun sla te knagen. Het verhaal kreeg uiteindelijk nog een min of meer happy ending omdat er wel een paar prima pizza's werden geserveerd waarbij duidelijk was dat er maar twee tegelijk in de oven pasten. De derde kwam weer geruime tijd later. Om aan het gemopper van Gerard en Wim een eind te maken hebben we ze maar wat meegegeven van de pizza's. De eerste ober hebben we nooit meer gezien en overigens hoefden de salades niet te worden afgerekend.
Na dit zeer lange intermezzo vervolgden we onze weg naar Pfunds wat uiteindelijk een hotel bleek te worden enkele kilometers verder in Kajetansbrücke, vlak bij de Oostenrijks/ Zwitserse grens waar we morgen eerst overheen moeten.
Onze gast Wim gaf aan dat hij hier ons gezelschap zou verlaten om nog een eindje door te rijden. Wim had ons bij het ontbijt verteld dat hij jarenlang een soort sportverslaving heeft gehad waar hij nu nog wel last van heeft. Zo fietst hij dagelijks 25 km naar zijn werk en terug en doet hij daarnaast aan schaatsen, skeeleren, spinning en nog veel meer en dan niet af en toe maar dagelijks. Het komt erop neer dat hij minstens drie maar eerder vier uur per dag moet sporten. Ook in de weekenden. De verslaving zegt hij op dit moment, Wim is 60 jaar, redelijk onder controle te hebben maar het ritje van vandaag heeft hem nog niet voldoende uitgeput waardoor hij het besluit heeft genomen om door te rijden. We hebben afscheid genomen van elkaar met de opmerking dat we elkaar de komende weken nog wel een keer zullen tegenkomen.
Misschien is het ook wel goed om weer met ons vieren te zijn want of onze groep twee verslaafde Wimmen aan kan is de vraag. Wij hebben immers al onze eigen workaholic Wim.
Na de consumpties, rondje van gast Wim, heb ik de douche opgezocht terwijl de anderen de sauna zijn gaan bezoeken. Daarna de avondmaaltijd in het wederom prima Oostenrijkse hotel wat ook veel wordt bezocht door groepjes rondtoerende motorrijders. Die zie je in deze omgeving bij bosjes over de fraaie bergwegen rijden.
Morgenochtendna het ontbijt kunnen we dus direct weer aan de bak maar daarna volgt een makkelijker gedeelte van de route als we langzaam de Alpen gaan verlaten.
Gruss Gott en bis Morgen

Bielerhöhe

Bielerhöhe

Van Bludenz naar Galtür. Ruim 60 km
Ok. Uiteindelijk is het dus toch de Bielerhöhe geworden. Trein en Arlbergtraject werden geskipt vanwege, onder meer, de drukte en de site van het Zeinisjoch gaf aan dat daar een grote berghut zou staan aan een stuwmeer waar op de foto's ook auto's waren te zien. Dan moesten daar dus ook voor fietsen toegankelijke weggetjes lopen, zo dachten wij. In Partenen zouden we nog een laatste check doen en mocht de route toch niet ok zijn dan zouden we de Silvretta Hochalpenstrasse nemen, veel zwaarder, hoger maar wel rustiger en mooier dan de Arlbergpas.
Hoewel, rustiger? Net voor ons vertrek uit Bludenz kregen we nog even te horen dat de Tour de Suisse, ofwel de profronde van Zwitserland, precies vandaag ook de Silvretta Hochalpenstrasse zou nemen. Dat hadden wij weer maar wellicht ook leuk om daar een keer getuige van te zijn. Vanuit Bludenz vertrokken we dus in de richting van het Montafon dal dat uiteindelijk zou eindigen in Partenen, aan de voet van de beklimming, welke het dan ook zou worden. Na enkele kilometers het dal in te zijn gereden bleek dat we ook door het plaatsje Schruns zouden komen. Een plaats waar Gerard nog goede herinneringen aan bewaarde vanuit eerdere wintersportvakanties. We besloten om de koffiestop maar wat eerder te doen om Gerard de gelegenheid te geven zijn oude logeeradres te bezoeken. Hij was daarbij ook benieuwd naar de reactie van de exploitante die vast heel verbaasd zou zijn om hem hier ineens met de fiets te zien. Maar helaas, geen ontmoeting dit keer en het leek wel of het pension geheel verlaten was. Gelukkig was de koffietent nog steeds op de voor Gerard bekende plek en bleek dat een prima adresje om de koffie, met wat lekkers dit keer omdat schoonzoon John van Dom Roberto vandaag zijn verjaardag vierde, te nuttigen.
Daarna snel verder naar Partenen alwaar we besloten om eerst de lunch te nemen. Ondertussen probeerde ik de toeristen informatie te vinden om na te gaan of ze me daar iets konden vertellen over de doorsteek naar het Zeinisjoch. Maar helaas kwam ik een half uur na sluitingstijd, ze sloten vandaag om 12.00 uur, en ze gingen ook niet meer open. Toevallig stond er ook een grote groep wielrenners op de stoep aan wie ik vroeg of ze een beetje bekend waren in de buurt. Dat bleek het geval en ik stelde hun de vraag of ze de route via het Zeinisjoch ook kenden. Enkelen van hen bevestigden dat. Op mijn volgende vraag, namelijk of het met mijn fiets met bepakking te doen was om die route te nemen, begonnen diezelfde personen heftig het hoofd te schudden. Zij hadden die route wel eens gereden met de mountainbike, uiteraard zonder bepakking, en zij vertelden mij dat de route bijzonder steile stukken kende. Vaak tot 16/17% hellingspercentage. Kortom, het werd mij sterk ontraden om die route te nemen door mensen van wie ik moet aannemen dat ze het konden weten.
Dan zou het dus toch de Silvretta Hochalpenstrasse moeten worden waarbij we waarschijnlijk dus midden in het gewoel van de Tour de Suisse zouden belanden. Een grapjas van het fietsersgroepje gaf mij nog de suggestie om gewoon net zo lang te wachten tot de bezemwagen langs zou komen en daar dan in te stappen met onze fietsen. Ik heb daar maar verder geen aandacht aan geschonken.
Met deze informatie gewapend voegde ik me bij mijn fietsmaten en vertelde hun dat de doorsteek toch geen reeële optie was. Na de lunch zouden we meteen aan de bak mogen om de beklimming van de Bielerhöhe te doen via de Silvretta Hochalpenstrasse. In wielerjargon een col van de Buitencategorie. Eerst 7 kilometer 10%, dan 1 kilometer vlak, langs een stuwmeer en tenslotte nog 5 kilometer een erg onregelmatige klim van maximaal 12%. Er moesten ruim duizend hoogtemeters worden overwonnen terwijl we er vanuit Bludenz tot Partenen ook al ruim vierhonderd hadden gehad. Met volle bepakking op de fiets wat echt wel iets anders is dan een licht racefietsje.
Nou, we konden onze borst nat maken maar eerst werden we door de politie van de weg gehaald omdat precies op ons starttijdstip de eerste wielrenners langs kwamen, negen minuten later gevolgd door het peloton. Dat gebeurde bij de tolhuisjes van de Hochalpenstrasse. Tijdens het oponthoud hebben we even gezellig staan kletsen met de dame van het tolhuisje die een Nederlandse bleek te zijn die al een kleine tien jaar daar woonde en werkte. Ook zij en haar collega's wisten ons nog eens te vertellen dat de doorsteek voor ons soort fietsen niet geschikt was.
Vanaf een uur of twee gingen we er allemaal dus maar eens even goed voor zitten. Het weer was goed te noemen. Beetje bewolkt, niet al te warm en vooral: droog. Gerard en onze nieuwe Wim bleken de beste klimmers terwijl ik hun op een afstandje volgde met een slakkengangetje tussen de vijf en zeven kilometer per uur. Het ging dit keer niet om snelheid maar om boven komen. Dom Roberto en onze Wim vormden de achterhoede en beklommen de verschrikkelijke bult in hun eigen tempo.
Het was bijzonder zwaar voor ons allemaal maar om vijf uur waren we allemaal boven op de Bielerhöhe waar de organisatie van de Tour de Suisse de boel aan het opruimen was. Voor Rob en Wim was het sneu dat het restaurant boven exact om vijf uur onverbiddelijk haar deuren sloot waardoor ze niet even konden bijkomen van hun inspanningen. Nadat we onze helmen hadden opgezet en ons nog hadden voorzien van wat extra jasjes en handschoenen lieten we ons het dal invallen om een kwartier later in Galtür te arriveren waar we een hotel zouden nemen. Dat lukte ook dit keer weer prima en na de avondmaaltijd ging iedereen naar bed met een moe maar voldaan gevoel.
Morgen staan er geen zware beklimmingen op het programma en zullen we via Landeck in de richting van Nauders fietsen waar de dag daarop de Reschenpas wacht en de afdaling naar Italië.
Gruss Gott en Bis Morgen

Daar heb je de Rijn Weer

Daar heb je de Rijn weer

Van Hard/Bregenz naar Bludenz 65 km
Een korte, nagenoeg vlakke etappe vandaag. We vertrokken om een uur of negen van ons Griekse hotelletje in Hard bij Bregenz in zuid-westelijke richting naar de plaats waar de Rijn in de Bodensee stroomt. Dat is hier toch ook al wel een beste rivier hoewel de loop behoorlijk is gekanaliseerd. Voor een behoorlijk stuk vormt de Rijn hier de grensrivier tussen Oostenrijk en Zwitserland. Wel leuk om daar een stuk langs te fietsen en je te verbazen over de serieuze grensovergangen die hier nog zijn, inclusief rijen met wachtende vrachtauto's. Het weer was gelukkig redelijk. Zwaar bewolkt maar droog en een temperatuur net onder de twintig graden. Ook de wind was ons weer gunstig gezind. Landschappelijk viel er verder niet zoveel te beleven in het vlakke gedeelte langs de Rijn en door de zware, soms laag hangende bewolking werden de bergen aan het oog onttrokken. Na de koffiestop in het plaatsje Nofels werd dat echter ineens anders. Enkele kilometers na Nofels komt de plaats Feldkirch en plotseling zit je midden in de bergwereld. Samen met het water van de rivier, de spoorlijn, de snelweg en het fietspad word je door het dal de bergen ingeleid in de richting van de wat grotere plaats Bludenz. Eenmaal daar aangekomen hebben we een plaats gezocht voor de lunch, en gevonden uiteraard. Bovendien werd het nu wel tijd voor beslissend overleg over het verdere verloop van de reis. Direct na Bludenz komt namelijk de splitsing van wegen waarbij de normale route naar Landeck min over meer rechtdoor gaat via de Arlbergpas en de andere route afbuigt naar het zuiden via de Silvretta Hochalpenstrasse en de Bielerhöhe om via de plaatsjes Galtür, Isgchl en Kappl uiteindelijk ook in Landeck uit te komen. Het blijkt nog een behoorlijk lastige afweging. We weten dat de Arlbergpas dit jaar een extra drukke verbinding is vanwege het dicht zitten van de Arlbergtunnel. Die krijgt een zeer ingrijpende update waardoor de tunnel tot medio november voor verkeer is afgesloten. Daar staat tegenover dat de Silvretta Hochalpenstrasse weliswaar veel rustiger is maar beduidend zwaarder. Tijdens deze beslommeringen keken we naar buiten en zagen dat de regen inmiddels met bakken naar beneden kwam. Tot dat moment hadden we het keurig droog gehouden en de moed zonk ons een beetje in de schoenen om weer op de fiets te stappen om nog een relatief geringe afstand af te leggen in de stromende regen. We besloten om ergens in Bludenz onze intrek te nemen wat als bijkomend voordeel had dat we onze beslissing over de te volgen route ook nog even voor ons uit konden schuiven. Bovendien was de uiteindelijke beslissing ook nog afhankelijk van wat voor weer we morgen zouden hebben. De Sivretta was immers ruim 2.000 meter hoog en daar boven zijn de weersomstandigheden met regen ronduit onaangenaam te noemen. Een laatste mogelijkheid in de afwegingen was om simpelweg de fietsen in de trein te zetten en vervolgens binnen een halfuur in Landeck te staan. De meesten van ons vonden dit echter geen echte optie. We waren immers aan het fietsen en bovendien trok de sportieve uitdaging een aantal van ons ook wel aan. Ondertussen spookte ons ook nog het advies van het echtpaar dat we ergens in Duitsland hadden ontmoet door het hoofd. Die hadden het over een doorsteek van het plaatsje Partenen naar Galtür via het Zeinisjoch, waardoor je niet het zwaarste gedeelte via de Silvretta Hochalpenstrasse hoefde af te leggen. De eigenaar van het lunchadres kende deze variant echter niet en we besloten om bij de toeristen informatie ons licht op te steken. Daar hadden ze er echter ook niet van gehoord totdat een juffrouw achter een computerscherm zei dat ze er wel wat informatie over had gevonden. Er zou inderdaad een mogelijkheid bestaan om die doorsteek te maken. We besloten dat, als we de Silvretta zouden doen, het verstandig zou zijn om in Partenen navraag te doen naar die mogelijkheid en of dat dan ook voor fietsers met een volle bepakking haalbaar is. Zo niet, dan zouden we vanaf dat punt toch echt aan de Silvretta moeten geloven.
Hoe dan ook, de beslissing is nog niet genomen op het moment dat ik dit verhaaltje aan het schrijven ben. We hebben inmiddels ergens lekker gegeten en gaan een goede nachtrust pakken. Want morgen zullen we sowieso goed uitgerust aan de rit moeten beginnen, welke beslissing we dan ook nemen. Behalve die van de trein dan.
Gruss Gott en Bis Morgen